U vindt het misschien vroeg op het jaar om al een column over Kerstmis te lezen, maar dan heeft u het toch (Kerst-)mis, want men slaat de bal met Kerst soms wel eens mis, ook al is niet geschoten altijd mis. Maar ik vind het toch wel mis poes en daardoor loop ik Kerst een beetje mis.
Bent u nog mee?
Wat ik eigenlijk wil zeggen, is dat ik de echte Kerstmis mis, waarmee ik niet de echte mis bedoel, maar wel de sfeer van Kerst-mis, wat soms eerder op een ker-mis lijkt. Mis-dadig vind ik dat, want Kerst-mis mis-lukt dan met allemaal mis-kopen van cadeaus en zo wordt Kerst-mis in extre-mis een mis-kraam, terwijl Kerst-mis geen compro-mis duldt. Mis-schien is dat wel een mis-sie.
Okee, toegegeven, nu ben ik ook niet meer mee!
Ruim twee maanden voor 25 december slaagt men er al in om Kerstmis te verpesten. Dat wou ik eigenlijk maar zeggen. Kerstmis is leuk, maar het heeft zijn tijd en hoeft voor mij echt geen half jaar te duren. Eén maand per jaar is meer dan voldoende. Ik kijk er elk jaar naar uit, maar ben ook weer blij als het achter de rug is. Trop is gewoon te veel. Te veel lampjes is te veel licht.
Laatst werd ik met grote ogen als rare snuiter aangekeken toen ik verkondigde dat ik eerst Sinterklaas laat passeren voordat er thuis een kerstboom binnenkomt (een echte overigens). Best raar dat raar normaal wordt en omgekeerd.
Maar mijn echte “oh nee, het is weer zo ver, nu al!”-momentje had ik anderhalve week geleden, toen ik in de supermarkt werd verwelkomd door “jingle bells”, gescandeerd door iets wat op menselijke stemmen moet lijken, geproduceerd door een blikken luidsprekertje dat verpakt zit in een grote tinnen soldaat, die uiteraard uit plastiek gemaakt is.
Ik wilde het meteen op een lopen zetten, terug de parking op, auto in en met gierende banden wegrijden! Maar een supermarkt is onoverkomelijk; anders sterf ik van de honger en dat is niet bevorderlijk voor een leuke kerstsfeer. Dus ik moest erdoor, net zoals in dat liedje van de berenjacht: “We kunnen er niet onder, we kunnen er niet over, we kunnen er niet langs…” Helaas kan je oren niet zo gemakkelijk afsluiten als een neus. Als je een stinkend toilet passeert, hou je even je adem in en zo geraak je er wel langs. Maar dat helpt niet tegen deze geluidspollutie.
De hele dag kweelt dat ding het ene kerstliedje na het andere. Weg sfeer! Maar het went: ik lijd nog geen honger, want ik ga nog steeds naar de supermarkt, maar in mijn hoofd zing ik luidkeels “Wij gaan op berenjacht” als ik langs dat wansmakelijk gedrocht van een kerstlieddreunende anti-kerst stap.
Mis-schien moeten we niet meer al te veel aandacht aan dit mis-erabel, mis-selijkmakend mis-baksel besteden en er niet al te mis-noegd over zijn, want dan word je mis-antropisch en dat gunnen we deze mis-kleun niet. Mis-pak je niet de volgende weken, laat je niet mis-leiden door platte mis-troostige Kerst-commerce om dan straks in niet mis te verstane woorden te kunnen zeggen: Vrolijk Kerstmis!
Jan Verheyen