Het lijkt nergens op. Ik ben er me van bewust hoor! Het past hoegenaamd niet dat ik me, in deze aanlooptijd naar het wereldfeest van de vrede dat kerstmis heet, over futiliteiten opwind. Maar ik kan het niet helpen. Hoe ik ook mijn best doe.
Ben ik nu echt de enige aan wie het opgevallen is dat er in de winkels aanzienlijk minder aandacht besteed is aan Sinterklaas? Of is het maar een indruk? Naar mijn mening is het feest van het ‘Kapoentje uit Spanje’ gewoon overspoeld door dat andere feest: Kerstmis. Zou het kunnen dat hier een samenzwering aan het werk is? Als ze Sinterklaas wegmoffelen zijn ze immers meteen van het lastige zwartepietprobleem af. De Sint viel vrijwel nergens te bespeuren, die cocacoladikzak uit Lapland daarentegen leek wel alomtegenwoordig. Half november heb ik hem al gespot in een lokaal warenhuis! Het was een pop weliswaar, maar dat is niet relevant.
Meteen moet ik terugdenken aan dat zwarte jongetje dat beteuterd bij mij aan de keukentafel zat. Het is nog maar een paar jaar geleden. Zijn diep-christelijke ouders waren met hun gezin geëmigreerd uit een Midden-Afrikaans land. En hij had al veel gehoord over die heilige kindervriend met zijn zwarte knechten. Wat zou hij graag eens één van die dienaren zijn. En er was geen werk aan: hij was al pikzwart! Ik heb zelden zo’n zwart baasje gezien.
Hohoho! Dat mocht niet. Unicolore zwartepieten waren verboden. Het moesten witte jongens of meisjes (‘zwartemieten’) zijn met wat zwarte vegen over hun snoet. Awel, ik vond dat een flagrante uiting van racisme. Ik heb het gemeld bij de organisatoren die – tegen betaling – voor huisbezoeken zorgden. Vruchteloos. De voorzitster bleek een superwokemie (klemtoon op de laatste lettergreep!) en bleef doof voor mijn argumenten. Mijn voorstel om hem van wat witte vlekken te voorzien en de pertinente vraag of zebra’s volgens haar zwarte hoefdieren waren met witte strepen dan wel witte met zwarte, wimpelde ze af als ‘niet terzake’. Daar word je toch echt niet goed van! Ja, ik had jullie verwittigd: ik ben een beetje krikkel.
“Tja, tijden veranderen de tradities nu eenmaal”, zei me pas iemand die eruit zag of hij het kon weten. “We zullen ons uiteindelijk toch moeten aanpassen.”
Welnu, er zal nog veel water door de Grote Fossé moeten vloeien voor ik accepteer dat mijn kleinkinderen naar paaseieren gaan zoeken onder de kerstboom.
En om toch met een vrolijke kerstnoot te eindigen die met het vorige absoluut niks te maken heeft: Kerstmis is pas een feest als je naar je schoonmoeder bent geweest!
Chel Driesen