Op een zomerse dag, jaren geleden, bracht ik een bezoek aan mijn oma. Ze woonde al een tijdje in het verzorgingstehuis. Die middag was er in de gemeenschappelijke ruimte een optreden voorzien. Ik rolde haar door de smetteloze gangen naar de zaal waar de eerste klanken van “Brandend Zand” al door een krakerige karaoke-set galmden. Op een geïmproviseerd podium stond een zangeres haar uiterste best te doen om de boel op te vrolijken. Naast mijn oma zat een stevige dame met gekruiste armen weinig enthousiast toe te kijken. Het overige publiek wiegde, klapte en zong gezellig mee met golden oldies, accordeon-hits en schlagers uit een stoffige platenkoffer. Het kon de vrouw zichtbaar maar matig bekoren.
Tot slot stond er “Je hebt me duizend maal belogen” op het repertoire. Plots zette de vrouw zich recht, keek me aan en zei luidop in plat Haameter, “Duuzend kiër, dè vin ich veul. Ne kiër of twië, drei, allà. Mè duuzend kiër…dan hedde toch nie op zitte te letten.” Schitterend!
Mijn ouders zijn van de generatie Boomers, die opgroeiden met de Beatles, Stones en Elvis. Ze reden met vetkuiven en petticoats op brommers. Later droegen ze bakkebaarden, wijde pijpen en grote kragen en imponeerden ze op de dansvloer met hun danspasjes uit Saturday Night Fever. Heel wat van de komende generaties bejaarden heeft waarschijnlijk een wildere jeugd beleefd dan menig geriatrisch verpleegster zich kan inbeelden. Heeft Moemoe misschien ooit uit protest haar bh verbrand? Mee betoogd in mei ‘68? Heeft Bompa staan headbangen op scheurende gitaren van Jimi Hendrix of Black Sabbath? Reden ze knetter stoned met hun hippiebusje door Europa op zoek naar vrije liefde en vage beatnik poëzie? Je weet het niet! Wat ik wel weet, is dat ze niet warm werden van draaiorgelmuziek en klompendansjes.
Nu ik zelf een tikkeltje ouder word, begin ik me wel af te vragen wat er ons voorgeschoteld zal worden in het bejaardenhuis. Hopelijk geen medley van Get Ready of Milli Vanilli , “want dat was toch van uwen tijd, he, Claudiake?” (*)
Nee, als ik te oud ben om voor mezelf te zorgen, hoop ik dat ze de moeite nemen om in mijn oude cd-collectie te graven. Draai maar iets van Skunk Ananasie, Prince of Pearl Jam. Neem me mee terug naar mijn jonge jaren en laat me in gedachten weer stagediven en dansen op de toog. Wees genadig en bespaar me de hits van André Rieu of Frans Bauer. Of schakel in elk geval mijn hoorapparaat uit. Maar als er een zangeres komt optreden die Adele’s “Hello” zingt, zal ik keihard meezingen, “Hello from the other side, I must have called a thousand time…” Dè vin ich toch veul…duuzend kiër.
(*nota aan de toekomstige generatie zorgpersoneel; noem mij Claudiake en ik zet mijn valse tanden in je billen!)
Claudia Nieuwenhuizen