Ik wou dat ik sommige dingen in het leven eerder had geleerd. Als ik had geweten wanneer te spreken en wanneer te zwijgen, als ik had begrepen dat elke pijn op een dag ook weer wegebt, of in elk geval transformeert in iets draaglijks, als ik had gesnapt dat de meeste dingen relatief zijn, wat zou het dan makkelijk geweest zijn om op te groeien. Mijn moeder heeft het me destijds ongetwijfeld verteld, zoals ik ook mijn kinderen probeer te laten delen in de levenslessen die ik inmiddels heb opgestoken. Maar net als mijn kroost, sloeg ik die wijsheid in de wind. Als ik toen had geweten hoe je moet omgaan met pestkoppen, tirannen en blaaskaken,… Helaas, water onder de brug.
De kinderen in mijn toneelklas komen binnen en meteen valt het me op dat ze vier dikke stippen op de rug van hun hand hebben getekend. Het is weer ‘Stippit-tijd’. Een mooi initiatief dat, helaas, nog steeds nodig is. Pesten is van alle tijden. Alleen was er in de vroege jaren tachtig niet zoveel aandacht voor. “Onze Rosse kan nie crossen, kan nie poepen, moet zijn moeder roepen. He, brilsmurf. Bruine aap. Dikke koe.” Het was heel normaal taalgebruik op de speelplaats. En nog altijd zijn kinderen onwaarschijnlijk hard voor elkaar. Geen wonder. Want als zelfs de machtigste mensen op aarde mogen schelden, liegen, demoniseren, hoe leg je dan aan de volgende generatie uit dat zoiets echt niet kan.
Ik kijk met steeds minder verwondering naar het discours van mannen als Trump. Zijn ongezouten leugens zijn nauwelijks nog nieuws, al waren zijn uitspraken over huisdier-etende Haïtianen in Springfield een zoveelste druppel in een al overvolle emmer zuur braaksel. Nog meer dan de razernij van de voormalig president tijdens het verkiezingsdebat, trof me het gezicht van zijn tegenstander, Kamala Harris. Haar blik! Een mengeling van medelijden, ongeloof en lacherigheid. Zoals je kijkt naar zatlappen die zichzelf voor schut zetten. Die blik, wat had ik die graag gehad toen er weer eens een sticker op mijn rug geplakt werd. Wat had ik graag zo gereageerd op verbaal geweld. Zo had ik willen kijken naar de mensen die me zonder enige aanleiding het leven probeerden zuur te maken. “Are you serious?”
In plaats daarvan liet ik me verleiden om er vol tegenin te gaan. Ik verloor mijn geduld en reageerde met machteloze woede, wat nog meer koren op de molen van de pestkoppen was. Inmiddels hebben mijn leerlingen mijn hele hand vol stippen gekleurd. Meer stip dan hand. En ik heb hen de Kamala-blik bijgebracht. Hopelijk helpt het. Als redelijkheid en feiten niet afdoende zijn, kijk dan als Kamala.
Claudia Nieuwenhuizen