De laatste tijd had ik het echt wel behoorlijk druk. Eigenlijk zou, zo zei mijn huisarts, iemand van mijn leeftijd niet meer zo veel hooi op zijn vork mogen nemen. Maar wat is het alternatief? Wandelen kan ik met een rechterknie zonder meniscus maar in zeer beperkte mate. Fietsen doe ik al vaak, maar je kunt toch niet blijven fietsen. Wat rest er dan, dan je in een relaxzetel te laten zakken en naar dat verdomde flatscreenscherm te staren tot je een ons weegt. Want ik behoor tot die groep mensen wier ogen onweerstaanbaar naar dat flikkerende elektronische venster gezogen worden als het ding aan staat. Ook al wordt er weinig anders dan snertprogramma’s uitgezonden. En ik wil nu eenmaal geen zombie worden.
Enfin, ik geraakte dus een beetje over mijn toeren, zoals dat heet. Dus besloot ik de boel een paar dagen te laten voor wat hij was en andere oorden op te zoeken.
Maar je neemt natuurlijk wel die GSM mee. Ja, ze mochten je eens echt dringend nodig hebben, dan moet je toch bereikbaar zijn. Je stopt dat doosje ellende voor alle zekerheid dus toch maar in je binnenzak.
Nu vertoont dat kreng van mij de laatste tijd behoorlijk irritante kuren. Nu eens weigert hij gewoon een verbinding tot stand te brengen (ja hoor, ik betaal wél keurig mijn abonnement!), dan weer valt hij midden in een gesprek uit. Of hij beweert dat mijn geheugen bijna vol is, dat ik dat eerst moet opruimen dus, maar ik weet nooit hoe. Of hij spreekt mij vermanend toe met woorden die ik volkomen onbegrijpelijk vind, zoals “uw apps verbruiken te veel energie” of zoiets.
Jullie weten wel dat ik erg sceptisch sta tegenover horoscopen, waarzeggerij, helderziendheid en andere onzin van dat soort. Vrijdag de dertiende doet me dan ook hoegenaamd niks. Echt niet.
Op het ogenblik dat ik dit stukje schrijf is het vrijdag de dertiende. Op de plaats in de wereld waar ik me bevind weigert mijn zaktelefoontje al dagen elke dienst. Maar vanavond, om half acht, ontving ik ineens een oproep. Een goede vriend deelde me onthutst mee dat hij blij was me te horen, want iemand die me kon kennen had hem gemeld dat ik gisteren overleden was. Dood was ik dus. De crematie zou dus wel voor begin volgende week zijn, vermoed ik.
Ik geloof dat het Winston Churchill was, die na een melding op de BBC-radio dat hij het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld had, de bevolking toesprak met de woorden: “Het bericht van
mijn overlijden is schromelijk overdreven.”
Welnu, familie, vrienden, kennissen en gelijkgestelden, neem het van me aan: ik ben springlevend,
alive and enthousiastically kicking. Niks koffietafel volgende week dus!
O ja, de presentatie voor mijn nieuwe bundel columns en andere verhalen is gepland voor woensdag 8 juni. Wie er eentje besteld heeft, wordt nog uitgenodigd. En voor wie er alsnog een wil: het kan nog.
Chel DRIESEN