Hoe raar toch dat je hersenkronkels van tijd tot tijd gekke sprongen maken. Ik herinner me nu plots een memorabel diner, zo'n 30 jaar geleden. Ik was uitgenodigd door de administrateur-generaal van de Nationale Huisvestingsmaatschappij (sedert de regionalisering heet dat nu anders). Hij wilde mij in een debat met de directeur van Nieuw Dak, als twee opponenten. Ik was de aanvoerder van de huurderssyndicalisten die geregeld in aanvaring kwam met Nieuw Dak. Het diner diende als opwarming op deze clash die later zou plaatsvinden op de jaarvergadering in Oud-Turnhout.
Het etentje waar ik mijn voetjes onder de tafel mocht schuiven ging door op de bovenverdieping van Comme Chez Soi, het toprestaurant bij uitstek in Brussel. De generaal had zijn hofhouding meegebracht, bestaande uit hoofden en adjuncten
tutti quanti. We zaten daar afgezonderd in onze bubbel. Obers bedienden ons als livreien. Ik voelde me onwennig. Ik keek de ogen uit mijn kop. 'Wie betaalt deze maaltijd?' schoot er door mijn bedwelmde geest. Wat doe ik hier? Ik verdwaalde in de vele gangen van deze bacchanale, besproeid met copieuze dure wijnen, met achteraf nog een cognac special en een dikke Havana.
Uiteindelijk bleek dat de directeur van Nieuw Dak en ikzelf niet mijlenver van elkaar stonden. We kwamen beiden op voor het welzijn van de sociale huurders. Dat bleek ook op de jaarvergadering in Oud-Turnhout. Van het verhoopte vuurwerk was geen sprake. Deze attractie gunden we de aanwezigen niet. We werden na het debat beiden ook uitgenodigd om aan te schuiven aan een banket, wat we allebei weigerden. Want betalen de sociale huurders dit gelag uiteindelijk niet?
Jef LINGIER