Ik vraag me soms af waar al die van de pot gerukte complottheorieën vandaan komen. Die ideeën over reptielen die de wereld besturen, pedofielen-netwerken in de kelder van een pizzeria, de platte aarde… wie bedenkt ze? Natuurlijk, er bestaan organisaties die enkel tot doel hebben om de boel te ontwrichten, op te ruien of te stigmatiseren. In ruil voor een paar centen of macht, worden verhalen de wereld ingestuurd die - hoe geflipter hoe liever- altijd wel ergens gehoor vinden. Het is zo oud als de mens zelf. Nog geen eeuw geleden leidde zo’n lulverhaal tot de zwartste bladzijde uit de geschiedenis. Toen werden er schedels en neuzen gemeten om het een wetenschappelijk tintje te geven. Ooit hebben we heksen gewogen.
Het is allemaal de schuld van het internet, zeggen ze. In een paar klikken tuimel je in de konijnenpijp van desinformatie, propaganda en flagrante leugens. Zoek bijvoorbeeld maar eens naar “the truth about…” en vul daar zelf maar iets in. Vaccinatie, de Holocaust, de landing op de maan… De zoekmachine brengt je in minder dan een seconde naar de meest waanzinnige gedachtegangen of ‘alternatieve waarheden’. Vaak worden ze onderschreven door -op het eerste gezicht- betrouwbare data uit wetenschappelijke hoek. In feite is het sprookjesboek van de gebroeders Grimm op net zoveel onderzoek gestoeld. En toch. Het zijn heus niet allemaal domoren die erin geloven. Niet allemaal gekkies of wappies. Wel spelen al die complottheorieën in op iets heel basaal. Angst. Rechtvaardigheid. Wantrouwen. Zelfbehoud. Bewust of onbewust word je meegezogen in een verhaal dat je als lezer het gevoel geeft niet langer blind te zijn, maar klaarwakker in een ingedutte wereld. Dat je zelf degene zou kunnen zijn die het niet helemaal helder ziet, staat niet ter discussie.
Ik had het erover met mijn oudste zoon. Mijn filosoof in de dop. Hij zoekt zijn weg in een complexe wereld en botst daarbij op allerlei dilemma’s en paradoxen. Op verschijnselen waar ik ook vaak geen antwoord op heb. Vandaag kwam hij met een theorie. Het is allemaal de schuld van Sinterklaas! “Ja, want je wordt van kleins af aan belazerd door je eigen ouders, familie, zelfs het journaal doet mee aan de grote kinderhoax,” legt hij uit. “Vind je ’t gek dat we dan later alles in twijfel gaan trekken. Als je zelfs niet kan rekenen op je meest betrouwbare bron, papa en mama. Logisch toch?”
Hij heeft een punt. “Maar had je het willen missen dan?” vraag ik hem. “Hadden we niet mee moeten doen aan het hele kinderfeest?” Er verschijnt een grote denkrimpel op zijn voorhoofd.
Ik zie hem ineens weer als jongetje van vijf, zo trots als een pauw met de staf van de goedheiligman in zijn kleine knuisten. Nog niet eens zo lang geleden lagen ze in bed te luisteren of ze de paardenhoeven konden horen op het dak, maakten ze elke avond een tekening en stommelden ze van de trap om te kijken of er iets in hun schoentje zat. Het was een prachtige tijd, waarvan zij minstens net zo genoten als wij. Tot de dag dat de bubbel werd doorprikt. “Nee, ik had het voor geen goud willen missen,” zegt hij met een stout lachje onder zijn beginnende snor. “Al was het maar omdat ik nu weet dat jullie volwassenen één grote bende leugenaars zijn.”
Claudia Nieuwenhuizen