Soms verlang je vergeefs intens naar één klein vonkje inspiratie. Vaak blijft het wanhopig wachten op Godot. Andere dagen zit je verbaasd naar je scherm te kijken als je ziet hoe je tikkende vingers je inspiratie, als een troep van die watervlugge zilvervisjes, van hot naar her doen sprinten. Dan wordt het moeilijk om structuur in je verhaal te houden.
Mag ik de lezer daarom verzoeken de verhaallijn in het volgende stukje scherp in de gaten te houden?
Laat me beginnen in Achel. In het weekend brachten de media ons nieuws over de restauratie van ‘de draad’. Je weet wel, die honderden kilometers lange draad waarmee de Duitsers tijdens Wereldoolog I wilden verhinderen dat iemand naar het neutrale Nederland vluchtte of deserteerde. Meer dan duizend mensen die het er toch op waagden, hebben er hun leven gelaten. De draad liep o.a. dwars door de Achelse Kluis. Onze nationale TV toonde zondag hoe een vluchtpoging met veel overgave nagespeeld werd. ‘Re-enacting’ heet dat. Kijk, en hoe ernstig het gegeven ook is, toen proestte ik het bijna uit. Die uniformen zeg! En die helmpjes! Recht uit een winkel voor foute carnavalskleren.
Overigens, de paters in die kluis dragen nog steeds hetzelfde habijt als ze op foto’s uit die oorlogstijd droegen. In mijn collegetijd droegen de priesters in het St.-Hubertuscollege in Neerpelt ook nog een toga. En wat waren ze blij toen die, dankzij Johannes XXIII, uit mocht!
Mijn aandacht wordt getrokken door een foto in de krant. Een recente foto! Er staat een priester op in zo’n anachronistische toga. Hij hoopt in Overijse een oerkatholieke school te openen. Het onderwijzend personeel moet wel vast in de leer zijn. Met zijn kandidaat-leraar Nederlands, ene Dirk Smulders, zit hij alvast goed. Geschokt verklaart die man dat zijn dochter van elf in haar huidige school tijdens de les over seksuele voorlichting de woorden ‘schaamlippen’ en ‘clitoris’ te horen kreeg. “Moet dat nu echt?” vraagt hij zich vertwijfeld af. Je mag dus, volgens die fatsoensrakkers, wel over onderdelen beschikken, maar je mag niet weten hoe ze heten. Gelukkig waren er op de voorstelling van de nieuwe school maar twee geïnteresseerde ouderparen aanwezig.
Het andere uiterste? In de Katholieke Universiteit van Leuven wordt het woord ‘God’ zo goed als gebannen. Voortaan heeft men het er niet meer over ‘Godgeleerdheid’ maar over ‘Theologie en Religiewetenschappen’. ‘God’ doet te veel denken aan de christelijke God! Moeten we het woord ‘God’ binnenkort vervangen door ‘het alom erkende opperwezen’? Toen ik dat las moest ik terugdenken aan het geniale satirische stukje van de Duitse Nobelprijswinnaar Heinrich Böll. In ‘Doktor Murkes gesammeltes Schweigen’ vertelt hij hoe een gerenommeerde professor in zijn radiocauserie het woord ‘God’ vóór de uitzending wil vervangen door ‘het hogere wezen dat wij vereren’. Omdat die omschrijving langer is, levert dat echter hilarische moeilijkheden op.
Bestaat God niet meer? En de duivel dan? Die wel, denk ik. Want ergens te lande bij een laadpunt voor elektrische fietsen is een stel van die demonische rijwielen in de fik gevlogen. Laat de ‘Faculteit voor Theologie en Religiewetenschappen’ daar maar eens wat commentaar bij verzinnen!
Chel DRIESEN