Gisteren reed ik met de fiets naar Genk om er inktvulling voor mijn vulpen te kopen. Ik deed er bijna een uur over en dan nog eens evenveel terug. Gelukkig hadden ze mijn merk. Een welriekende winkeldame hielp me welwillend. Moe en voldaan kwam ik terug thuis.
De voldoening was des te groter toen ik weer vol genot mijn pen ter hand kon nemen, de pen die zacht over het papier glijdt. Als het ware sensueel streelt ze het vel. De letters laten zich sierlijker vormen dan met een proletarische bic. Schrijven is nu pas echt schrijven. Edeler en tegelijk ambachtelijker.
Het voert me in een flashback terug naar mijn kinderjaren toen de meester in het eerste studiejaar ons leerde schrijven met een kroontjespen die we in de inktpot moesten dopen. Eerst leerden we de letters vormen op een lei, met een griffel. Daarna pas met pen en papier. Een vloeipapier bij de hand om het geschrevene te drogen. Blij als we zonder vlekken hadden geschreven. Nu ben ik blij als een kind met mijn vulpen.
Jef LINGIER