Ja ik weet het. Ik lijk weer de Nederlandse toer op te gaan. Wij in Vlaanderen gebruiken die uitdrukking immers nauwelijks. Wij weten wel wat het betekent natuurlijk. Wij weten trouwens altijd wat Hollandse uitspraken betekenen. Zij daarentegen begrijpen nooit wat wij bedoelen. Maar dat terzijde.
Vandaag wil ik het over kleren hebben. Gewoon omdat ik, zoals zoveel mannen, een behoorlijke hekel heb aan het uit- en aantrekken van kledingstukken. Hoe dat komt is me, op mijn zesenzeventigste, nog altijd onduidelijk. Mijn lezers zullen wel weten dat ik nogal betrokken ben bij het amateurtheater. Welnu, het is voorgevallen dat leden ven het kleding- en grimeteam preventief voor de uitvoering alle uitgangen van de schminkkamer blokkeerden om mijn ontsnappingspogingen te verijdelen als ik aan de beurt was.
En toch blijken er mensen te bestaan die kleren passen leuk vinden. Er zijn ook een heleboel gezegdes over. In zowat alle talen ter wereld. Voorbeelden? L’ habit fait le moine (Het habijt maakt de monnik) luidt het in het Frans.
“Kleider machen Leute” zeggen de Duitsers. (Eén van mijn cursisten vertaalde dat onlangs voor de vuist door
“Kleren maken lol”.) De Engelsen – daar heb je ze weer – zijn het daar helemaal niet mee eens.
“Clothes don’t make the man” vinden ze daar.
Kennen jullie de wet van Murphy? Murphy was een naar de Verenigde Staten uitgeweken Ierse ingenieur en hij stelde vast:
“If something can go wrong, it will go wrong” (Als iets fout kan gaan, zal het ook fout gaan). Een ijzersterk axioma! Later is er op deze basiswet verder gebouwd en talloze afgeleide wetten waren het resultaat. De bekendste daarvan is dat
als een boterham van tafel valt, de kans dat hij met de geboterde zijde naar beneden valt, recht evenredig is met de prijs van het vloerkleed. En geloof het of niet: er zijn inmiddels aan diverse universiteiten tests uitgevoerd om die stelling te bewijzen! Het resultaat? De kansen zijn gewoon fifty-fifty natuurlijk.
Nu wil het toeval dat ik vanmorgen een nieuwe Murphy-wet ontdekt heb. En het gaat nu eenmaal over kleren.
Als je je kousen al aan hebt, is het volstrekt onmogelijk om, overeind staand, je onderbroek aan te trekken! Probeer het maar eens! Het loopt gegarandeerd fout! Je blijft onvermijdelijk ergens haken. En mijn pogingen vanmorgen eindigden na een onwaarschijnlijk spectaculaire struikelpartij tegen een hoek van de badkuip.
Kleren maken de man! Ammehoela! Kleren veroorzaken pijnlijke ongelukken!
En toch: ik heb een huiskat. Pol heet hij. Pol maakt er een erezaak van om op mijn schoot te springen zo gauw ik op de sofa zit. Van pure wellust begint hij dan te spinnen en de nagels van zijn klauwtjes ritmisch in en uit te trekken. Twee geklede merkbroeken heeft hij op die manier al geruïneerd. En momenteel heeft hij me zo succesrijk afgericht dat ik telkens knorrend een oude broek aantrek voor ik mij ter zitbank begeef!
Chel DRIESEN