Ik heb behoorlijk wat te verduren gekregen na mijn column van 11 september jl. Je weet wel, het stukje ging over die bijzonder sympathieke dorpsfiguur die ik met wat goedbedoelde plaagstootjes in de kijker wou zetten. Is me dat even zuur opgebroken! Een persoon met de Fries klinkende naam Dalstra, die blijkbaar niet echt gelezen heeft wat ik schrijf, vindt zelfs dat ik de man beschrijf ‘alsof hij de grootste crimineel is’ en geeft hem de raad een ‘
zware rechtszaak te starten’ tegen de verantwoordelijken voor deze publicatie. Geen
lichte rechtszaak dus. Een
zware, wat dat ook inhouden mag. Ik hou alleszins mijn hart vast. Ik zit op hete kolen.
Het is niet mijn gewoonte om terug te komen op de inhoud van een stukje. Maar het spreekt vanzelf dat ik het hier wat moeilijk mee krijg. Het enige in de heftige reactie van de heer of mevrouw Dalstra waar ik het volkomen mee eens ben, is dat ik mezelf ten onrechte een geweldige schrijver vind. Toch even voor alle duidelijkheid: Pierre is en blijft een van mijn beste vrienden. Hij heeft nog nooit asperges gepikt, bezit géén laserpen, en is ooit zelf in de rug aangevallen door een boze buizerd, waarna niet de buizerd maar alleen hijzelf danig gehavend het strijdtoneel heeft moeten verlaten. Bovendien ontbrak er aan de vijgenboom in mijn tuintje na zijn bezoek nooit één enkele vrucht en blijft hij behoren tot de zeer beperkte kring van vertrouwelingen die de cijfercombinatie van mijn garagepoort kennen. Over dat belachelijke vermoeden van jetonfraude bij de kermis wil ik het niet eens hebben. En wie uit mijn stukje iets anders begrijpt, kan of wil niet lezen. Voilà.
And now for something completely different. Vanmorgen hoorde ik op de radio iemand zeggen dat hij op
natte kolen zat. Echt waar! Dat zal wel een heel ander gevoel geven dan die
hete kolen van hierboven. Veiliger ook, want wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten. Ik voelde me meteen weer heel wat vrolijker worden.
Voor me ligt het stadsmagazine van Lommel. Weer een mooie, verzorgde brochure. Op bladzijde 13 valt me een mooie foto op van het vijfstukkig keramisch werk dat Kristien Vansummeren aan de stad geschonken heeft. Het staat in de gaanderij aan de rechterzijde van het gebouw. Mooi hoor! Kunstkenner Johan De Lange schrijft er terecht erg lovend over. “De vijf objecten flirten met de kwadratuur van de cirkel”, vindt hij. Jammer genoeg gaat hij even verder fataal uit de bocht met een joekel van een d/t-fout. “Omarm
t door het binnenvallende licht, transformeert de gaanderij zo tot een corridor waar de aarde door de hemel wordt gekust”, staat er. Een prachtig tafereel, met een d/t-draak van een scheur erdoorheen. Zo jammer! Daar gaat mijn humeur.
Chel DRIESEN