“Dat is Bob toch?” De krant van gisteren lag nog open op de keukentafel. Saskia, mijn dochter, stond erbij en wees naar een vrij grote foto. Bob stond erop. Op zijn fiets. Hij straalde. Het had een communiefoto van jaren geleden kunnen zijn, maar daar was deze Bob te oud voor.
Herinneren jullie je die dolkomische absurde Britse TV-reeks nog met John Cleese,
Monty Python’s Flying Circus? Eén van de onvergetelijke hoogtepunten die me nog altijd luidop in de lach doen schieten was
‘The Ministry of Silly Walks’, vrij vertaald ‘Het Ministerie van Rare Loopjes’, een onbetaalbare parodie van een fenomenaal acterende Cleese, op de kronkelige paden die in de politiek met geestdrift betreden worden.
En het politieke reilen en zeilen, (inter)nationaal en lokaal, geeft meer dan voldoende aanleiding tot dolle pret. Na het opduiken van om het even welk onoplosbaar probleem verschijnt er wel een vertegenwoordiger van het volk voor de microfoon van een of ander radio- of TV-station om de bevolking gerust te stellen met de mededeling: “Hier hebben we het volgende op gevonden”. En o wat gebeuren er een massa ‘leuke dingen voor de mensen’! Zo hebben we de president van het machtigste land van de wereld, die elke dag wel een ‘bevriend’ staatshoofd schoffeert, de Montenegrijnen – er zijn er zo’n 650.000! - een agressief volk noemt, dat binnenkort weleens een nieuwe wereldoorlog zou kunnen beginnen! Die mafkees, die in nauwelijks twee jaar tijd al meer onzin uitgekraamd heeft dan er de laatste halve eeuw in alle psychiatrische instellingen van Europa samen te horen viel, zei dat gisteren nog!
Wij zijn de trotse landgenoten van een minister die beweert dat iedereen die een beetje kan tellen wéét dat 72 miljoen plus 35 miljoen nog altijd 117 miljoen is! Er is een staatssecretaris, over wie de andere regeringsleden zich luidop afvragen wat hij eigenlijk uitvoert, die in het parlement geïnterpelleerd werd over zijn opvallend cafébezoek in New York; er is een ladderzatte voorzitter van de Europese Commissie die ondersteund moet worden als hij in de spots verschijnt; er is een schepen van een niet onbelangrijke stad in het noorden des lands die vernoemd en in verdenking gesteld wordt n.a.v. een reeks recente plofkraken...
Maar over dat soort silly walks wou ik het eigenlijk niet hebben. Eerder over verrassende gebeurtenissen en die kunnen best wel eens prettige vooruitzichten bieden.
Naast de keukentafel stond ze dus, mijn dochter. Ze schoof een stoel bij en begon het artikel te lezen. Bob zou best de volgende burgemeester van Lommel kunnen worden, stond er. En ook dat hij daar wel wat voor voelde.
“Zou die echt de baas van Lommel worden?” vroeg ze. “Geen twijfel mogelijk”, antwoordde ik. “En wat maakt mij dat dan?” zei ze. "Want ik ben jarenlang zijn babysitter geweest!”
Gelieve mij dus na 14 oktober a.s. met enige eerbied te benaderen, beste lezer. Ik ben immers de vader van de babysitter van de toekomstige baas van Lommel.
Chel DRIESEN