De Nederlandse dichter Herman Gorter schreef het al in 1889: “Een nieuwe lente, een nieuw geluid”. Het was een episch gedicht dat ik als student gedwongen werd te lezen. De beginregels geven aan dat mensen van toen het gewoon vonden dat er met elk nieuw voorjaar ook een soort nieuwe wereld ontstond. Een wereld waarin die andere poëet Willem Willem Kloos op een morgen uit zijn bed stapte in de overtuiging dat hij “een God was in het diepst van zijn gedachten”. Een wereld met andere, betere en vernieuwende, denkbeelden, vol vrij denkende mensen met verrassende inzichten, liefde en begrip voor elkaar en een zon die altijd scheen. Haha, die Gorter!
Hij moest het eens kunnen meemaken nu. Vooreerst zijn we erin geslaagd om ons klimaat zodanig naar de kloten te helpen – excusez le mot, maar ik ben te oud geworden om een ‘o’ taktvol door suggestieve puntjes te vervangen, ik ben het preutse National Geographic niet – dat we einde mei de thermostaat op 23° draaien, dat de renners in de Giro zich een weg vechten door sneeuwstormen in Italië en dat we lieslaarzen nodig hebben om ons naar de apotheek in het centrum te begeven. En intussen beweert een presidentskandidaat in de Verenigde Staten dat hij daar niks van gelooft. “Allemaal nonsens van doemdenkers”, vindt hij.
En wat vernieuwende ideeën betreft? Ik zou er niet zo meteen een kunnen noemen. Wat zegt u? We leven nu toch in de lgbtqia+maatschappij! Maar zeg nu zelf, kunnen jullie me zo voor het vuistje, zonder enig opzoekwerk, meteen vertellen waar al die letters voor staan? Nee hè? Luister, ik ga het je nog één keer zeggen: lesbian, gay, bisexual, transgender, queer, intersex en asexual. En met dat + teken bedoelen ze alle andere identiteiten die hierbij nog niet vermeld zijn. En de ‘woke-beweging’ kennen we toch ook! En de begrippen ‘binair’ en ‘non-binair’. Dat maakt alles toch veel eenvoudiger dan vroeger! Hoewel, ik weet af en toe echt niet meer waar ergens in de lgbtqia+ grafiek ik zit. En die twijfel brengt me soms erg kort bij een dramatische identiteitscrisis. Onlangs las ik in een restaurant op een serviette iemands existentiële vraag: “Als onze knieën andersom stonden, hoe zouden er onze stoelen dan uitzien?” Ik worstel wel eens met: “In wat voor soort toilet ga ik voortaan nog binnen mogen?”
Hoezo wij zouden geen vernieuwingen meer kennen? Binnenkort kiezen we toch een volkomen nieuw politiek bestel. Dan zal er toch wel een en ander fundamenteel veranderen zeker? En in oktober kunnen we nog maar eens naar de stembus! Wat zitten we te mopperen? Wij kunnen de dingen toch veranderen!
Chel Driesen