Ik ben er zeker van. Zelfs Frank Deboosere voorspelt dagenlang echte zomer. Hij doet het met een overtuiging die we niet echt van hem gewend zijn. Ja, er waait tussendoor wel een onweertje voorbij, maar een kniesoor die daarom maalt.
Zomer dus. Weinig wind. Veel zon. Adembenemende topjes en bloedstollend korte rokjes. Gisteren nog zag ik van op een terras zo’n stel lange benen parmantig voorbij stappen. Heb je er als eens op gelet dat de meeste mannen dan doen alsof ze niet kijken? Doen alsof. Maar of ze kijken! En waarom ook niet? Zelfs al heb je weinig honger, je mag toch wel naar het menu kijken!
Ik moest denken aan de onovertroffen Charel Haesendonckx. Op een keer kreeg hij zo’n voorthuppelende sprookjesnimf in de gaten. Hij schudde het hoofd. “Sé”, zei hij, “ès gë ziet wa matriejouwël zë siggëwórrëg hèmmën, dan hèmmë zë ós vrüger toch nogal wa ien ós hààn gedááwd.”
Maar waar had ik het ook alweer over? Alles wordt beter dus. De symptomen van die veelbelovende toekomst zijn onweerlegbaar aanwezig. Ik zet er even wat op een rijtje.
• Een Limburgse krant zoekt een avondmedewerker. Hij/zij moet o.a. teksten corrigeren en naast een vlotte pen beschikken over een grondige kennis van het Nederlands. Gedaan dus met tuintjes die door de regen in een modderpoel herschaapt worden! Geen omstandigheden die een moeilijke situatie schepten! Geen kluwen van verwarring meer met noemen en heten, slaan en slagen! Nu maar hopen dat hun redacteur die zich herhaaldelijk aan die blunders schuldig maakte, niet in de sollicitatiejury zit.
• Vorige week nog werd ik in de avondschemering op één van de voetpaden van het Astridpark bijna van de sokken gereden door drie halfwassen kereltjes op een scooter. Maar, het moet gezegd, de hangjongeren krijgen de laatste tijd regelmatig politiecontrole. Bovendien is een delegatie van de buurtbewoners naar de burgemeester gestapt om nog meer maatregelen te vragen. Binnenkort kunnen we dus weer veilig met onze hondjes langs de mooie waterpartijen wandelen. Geen roekeloos racende fietsers meer die ons ijlings in de struiken doen duiken. Geen ontploffende bommetjes die de buurvrouw de pleuris doen schrikken. Het leven wordt weer mooi.
• En last but not least: in Overpelt
– of all places – hebben ze sinds kort een baron! Een heuse! Volgens de krantenberichten is het totaal onverwacht en de motivatie blijft giswerk. Wat zou je eigenlijk moeten doen – of net niet doen – om baron te worden? Moet ik bij gelegenheid eens aan Stijn Baron Coninx vragen.
Chel Driesen