Deze morgen was ik in De Zorgpoort bij mijn lijfarts op visite. Ja, ik ben er me van bewust dat er nu een schokgolf van bezorgdheid door Lommel spoelt. ‘Het zal toch niks ernstigs zijn met hem?’ ‘Het was tenslotte toch een goeie kloot.’ ‘Hij zal er toch wel doorkomen?’ ‘Zo oud is-ie nu toch ook nog niet.’
Dank voor het meeleven, lieve mensen. Maar het was gewoon een beetje bloed prikken. Dat gebeurt eens per jaar. En ja, ik bereid me daarop voor. Drie weken van tevoren begin ik te leven als een asceet. In De Kroon bestel ik tot verbijstering van mijn vrienden enkel nog ijsthee en spuitwater. En ik eet nog minder vet en aanzienlijk meer fruit. Ik fiets elke dag een twintigtal kilometer. Zelfbedrog? Het zij zo. Maar resultaten van het bloedonderzoek zijn voor mij als de examenuitslag voor een student. Ik wil cijfers, goede cijfers. Lekkere suiker- en cholesterolwaarden. Tevredenstellende – ‘grote onderscheiding’ is al lang een utopie – leverfuncties ook. En als het kan nog een goedkeurend telefonisch schouderklopje van mijn arts achteraf. ‘Goed bezig, Chel.’ ‘Dank je, Jos.’
Dat ik me achteraf weer onherroepelijk in het liederlijke maatschappelijke leven stort, doet niet ter zake.
’s Vrijdags zit het in de wachtzaal wat minder vol dan ’s maandags. De meeste mensen worden om een mij volkomen duistere reden bij voorkeur ’s maandags ziek. Men zit daar. Men kijkt hoogstens eens kwansuis naar een ander, om de blik meteen af te wenden als die terugkijkt. (Kijken of-ie kijkt. En als-ie kijkt, niet kijken.) Men leest(?) in een volslagen gedateerd tijdschrift. Men zwijgt. Soms zit er een dame die niet zwijgt. Maar die brengt dan met groot stemvolume het gedetailleerd relaas over de fysieke ellende en het onwaarschijnlijk aantal vreselijke ziektes die zij in haar toch nog niet zo lange leven al heeft overleefd. Het is een verlossing als je eindelijk in de behandelkamer binnengeroepen wordt.
Vandaag lag er een krant op het tafeltje. In Nederland – toch een landje van nuchtere kooplui – heeft een rechter beslist dat ‘Zwarte Piet’ het land niet meer binnen mag! Een rechter! Zo iemand heeft toch een universitair diploma! Van een magistraat verwacht je toch dat hij over een minimum aan relativeringsvermogen beschikt. ‘De figuur van Zwarte Piet werkt beledigende stereotypering in de hand!’ Hoe zot kan het nog worden? Wanneer krijgen we een betoging van verongelijkte dwergen omdat ze in sprookjes als Sneeuwwitje moeten opdraven?
Ik ga maar wat fietsen om mijn opwinding te bedaren. Meestal helpt dat. ‘B&B’ staat er ergens op een bordje bij een huis. Ik begin me net weer druk te maken over het feit dat tegenwoordig alles in het Engels blijkt te moeten, als ik in ietwat kleinere letters lees: ‘Bed en Bo’kes’.
Waw! Ik ben weer helemaal verzoend met de wereld.
Chel Driesen