Vrijdagmorgen 7.55 uur. Ik vertrek naar mijn werk. Alleen, zoals zo veel grote mensen ’s morgens. De jongste gaat bijna tegelijkertijd naar school. Als ik vertrek, staan ze hem buiten al op te wachten. Ze komen hem ‘uitroepen’. Of ‘uithalen’. Prachtige woorden, maar geen correct Nederlands in die betekenis. Het woordenboek geeft andere verklaringen. Alhoewel, misschien komt het van ‘luid schreeuwen’. Zo luid roepen, dat je naar buiten moet. Je vrienden komen je letterlijk uit het huis halen. Je mag in geen geval alleen vertrekken.
Wat wel is, degene die het verst woont, wordt ’s morgens niet uitgeroepen of uitgehaald. Maar ik daarentegen ook niet. Daarom, beter wordt het niet, dan in die jongere jaren. Welke volwassene kan het immers zeggen? ’s Morgens al met vrienden op pad. Net als hun verhalen, zijn ze niet te stoppen. ’s Avonds zijn er alweer nieuwe schoolverhalen voor de terugweg.
Later, in het gehaaste leven, is het toch anders, meen ik zo. Het is meer van “we zien elkaar daar, oké?”. Misschien kan ik het als volgt samenvatten: we hebben dan geen tijd voor bijzondere betekenissen van woorden. Het uitroepen gebeurt alleen maar letterlijk. Jammer, want er valt veel meer uit te halen.
Rudi Lavreysen