De laatste week van januari is traditioneel één van de koudste van het jaar. Gelukkig kunnen we ons opwarmen aan de Poëzieweek. Want dichters, dat zijn pas mensen om jaloers op te zijn. Al aan de ontbijttafel hebben ze de mooiste woorden voor hun geliefden klaar. Of moeten ze er net als wij even voor gaan zitten? Als we met die vermaledijde Valentijn weer een origineel rijmpje uit onze mouw moeten schudden.
Poëzie is anders dan een pakje van bol.com. Het komt niet op bestelling. Eerder aanwaaien. Als de wind tenminste goed zit. Dan kan je het oprapen.
Ook beelden kunnen poëtisch zijn. Vrijdagnamiddag zagen we er eentje. Wij, aan het wandelen in de winterkou. Zij, drie leerlingen, aan het werk in een school vlakbij. Ze waren het gras bijeen aan het harken. Terwijl we bijna bibberend voorbij stapten, waren ze aan het dollen in hun prachtig blauw werkpak. Ze hadden het werk en elkaar om zich op te warmen. Maar wat ik me afvroeg: moet je op 23 januari het gras nog maaien? Is dat nodig? Nee, maar zo is het ook met poëzie. Ook niet nodig, maar wel mooi. En soms kan je het maar beter kort houden.
Rudi Lavreysen