Of meneer wat gedronken had?
Het was half drie ’s middags. En die ‘meneer’ was ik. Ik was even op bezoek geweest bij vrienden in Valkenswaard en wou terug naar mijn eigen land. Naar huis. Nu ligt er, net buiten het centrum van Valkenswaard, een rotonde waarvan de eerste afrit meteen doodloopt. En daar stond een geüniformeerde Nederlandse bromsnor. Helemaal alleen. Ik dacht dat ze in België altijd met z’n tweeën moesten zijn. Maar misschien is dat ook maar een fabeltje. En ik vond het ook niet aangewezen om er in de gegeven omstandigheden iets van te zeggen. Wat ik wel zeker wist: in België mag zo’n wetsdienaar je tegenwoordig om de een of andere reden niet meer vragen of je gedronken hebt. De blaastest zal dat wel uitwijzen. En daar kon ik wel eens een gesprek over beginnen, vond ik. Net op tijd bedacht ik dat ook dat geen verstandige zet was. Ik zweeg beleefd en wachtte af.
Die vrienden, bij wie ik vandaan kwam, schenken zelden iets geestrijks in. Sloten koffie, dat wel. Maar wie met de auto is, brengen ze niet gauw in verleiding. Nederlanders zijn wat dat betreft een stuk gewetensvoller dan veel Bourgondiërs aan deze kant van de grens. Maar deze keer hadden ze iets te vieren. En bij het laatste ‘bakkie troost’ werd me een cognac gepresenteerd. En er zat behoorlijk wat in dat glas. Dat was geen vijf minuten geleden.
De agent plaatste een proper pijpje op zijn toestel en bood het me aan. Intussen had ik met mijn hoofd in de richting van het open venster, vaak en diep in- en uitgeademd. Ergens in mijn kop speelde het idee dat ik op die manier mijn borstkas vol zou zuigen met frisse lucht. En dat zou elke andere lucht die zich daar wellicht bevond, wel verdunnen. Ik kan je verzekeren: je moet over een redelijk sterk stel longen beschikken om dat blazen lang genoeg vol te houden. “Piep” zei het ding eindelijk. Ik zweette water en bloed.
“De S van ‘safe’, meneer. Rijen maar!”
Een tijdje geleden werd ik in Hamont aan de kant gezet. De verkeerspolitie stond met veel machtsvertoon op een parkeerplaats. Twee combi’s en wel een agent of zes. “Alcoholcontrole, meneer”. Of ik eerst mijn boorddocumenten wou overhandigen, vroeg een streng kijkende politiedame. Is het jullie ook al eens opgevallen dat vrouwen veel strenger kunnen kijken dan mannen? Bloedstollend is dat. Zeker als ze een uniform dragen. Een kwartier later stond ik er nog. Wat ik daar nog stond te doen, kwam toen een andere agent vragen. “Ik moet nog blazen, meneer.”
Aan die controle heb ik zo’n mooie gele BOB-sleutelhanger overgehouden.
Chel DRIESEN