Ik moet eerlijk zijn in deze rubriek. Het Lommels, dat ik in besloten kringen wel eens in de mond durf nemen, is me zeer genegen. Sta me toe om het even over een ‘plakker’ te hebben. In het Nederlands kan je het gebruiken in de zin van ‘sticker’ of ‘klever’. Een tweede betekenis is die van ‘de persoon die wel eens laat op café of op visite durft blijven hangen’. Ik moet toegeven: heel af en toe gebeurt het, dat de toog plakt. Een derde betekenis is die van ‘iemand die plakt’. Dat kan je opvatten als iemand die stickers kleeft, maar ook iemand die zodanig gemorst heeft, dat zijn handen plakken. In Lommel hebben we voor die persoon een mooi woord. Dat is een ‘plekpot’. In onze familie wil het wel eens gebeuren dat er gemorst wordt tijdens het eten. Zo durven gezinsleden me wel eens vragen of ik een zuiver hemd mee heb, als we een hapje gaan eten.
Trouwens, mocht je een inwijkeling zijn in onze stad, op zich geen probleem, maar ik geef u graag een taaltip mee, zodat u zich sneller zal integreren. Je mag de ‘a’ in plakken altijd vervangen door een korte ‘e’ en je zit helemaal goed.
De betekenis die Van Dale niet opneemt is die van stukadoor, die in onze stad ook bekend is als een ‘plekker’. Ik heb bijzondere herinneringen aan de ‘plekker’ die in ons huis de muren en plafonds bepleisterde. Jan was een schitterende man en hij deed het nog op de oude manier zeg maar. Ik ga het hele proces niet uit de doeken doen, maar ik moest met een kuip vol bepleistering de ladder op (de trap was nog niet gegoten), waardoor ik drie dagen met bepleistering in mijn oren heb rondgelopen. Jawel, een fenomenale plekpot.
Rudi Lavreysen