Een tijdje geleden nam ik enthousiast deel aan een fietstocht. De toneelvereniging waarvan ik deel uitmaakte, had die georganiseerd. We reden onder andere door het natuurgebied De Pielis, net over de grens. Mijn goede vriend Ad fietste ook mee en wat De Pielis aangaat, kun je Ad zonder twijfel een ervaringsdeskundige noemen. Hij woont in Reusel en wekelijks fietst hij er wel ergens doorheen. Bovendien is hij van opleiding iets wat je in België landbouwingenieur noemt. Hij kent dus wel wat van de bodemgesteldheid en de flora in onze contreien.
Ik hoor het hem nog met een wijs gezicht doceren. Op een van de stopplaatsen waar we bevoorraad werden met drank, verse maatjes en broodjes, luisterde de groep aandachtig en ernstig naar de woorden van de leermeester. “Je zult gemerkt hebben”, vertelde Ad met een stalen gezicht, “dat de
smalle weegbree vooral voorkomt langst de bredere fietspaden.” Een deel van zijn publiek, voor het merendeels dames, duidelijk weegbreekenners, knikte geestdriftig. Ja hoor, dat hadden ze wel gezien. Ze beschreven mekaar hoe zo’n smalle weegbree er dan wel uitzag. En dat er toch wel een duidelijk verschil was met de
brede weegbree. “Jazeker”, pikte Ad daarop in, “en die
brede weegbree vind je dan weer vooral langs de smallere fietspaden.” Een paar luisteraars knikten nog serieus, maar het merendeel van de groep hield het niet meer. We proestten het uit. Die Ad!
En toch, zo iets is niet zonder gevaar. Lachen kan een echte ontwapenende reactie zijn. Maar er bestaan mensen die zich al gauw uitgelachen voelen. En er zijn ooit voor minder ruzies ontstaan binnen een vereniging.
Gisterenavond, tijdens de presentatie van mijn boek in Het Raadhuis in Lommel, zag ik hem in het publiek zitten. Goeie ouwe Ad! Ik had het er net over wat voor een hekel ik had aan mensen zonder humor. Mensen dus die het logisch vinden dat smal onkruid bij voorkeur langs brede paden groeit.
Ik houd mijn hart vast voor het ogenblik dat me iemand komt vertellen dat zulks inderdaad niet zo onlogisch is.
Overigens, beste lezers en lieve lezeressen, jullie waren gisteren tot mijn niet geringe blijdschap in groten getale aanwezig in Het Raadhuis. Heb dank!
En of het boek nog te krijgen is? Jazeker. U schrijft € 25 over op mijn rekening BE40 7765 9379 1863 en het wordt je bezorgd. Vermeld je dan wel je adres?