Sommige mensen vergeet je niet snel. Ook al heb je ze maar een half uur gekend. Hij was een gast, net als wij, voor een bed en een ontbijt in de stad. De gastvrouw gaf hem 's morgens een vriendelijke 'goodmorning', die wij even voordien ook hadden ontvangen. "Oh, het is in het Engels vandaag", zei hij. "Geen probleem." Waarna hij naast ons aan de ontbijttafel ging zitten. Het is opvallend, niet alleen onze woordenschat, zoals de afkorting B&B, maar ook de gesproken taal in het hotel- en logeerwezen vertoont almaar meer sporen van ververengelsing.
Een voetbal- en wielerfan was hij. Voor het tweede was hij in de stad. "Ze rijden vandaag een belangrijke wedstrijd. Het is de koers voor de tricolore trui", verduidelijkte hij. "De nationale titel. Ik ben altijd grote supporter van Claude Criquelion geweest. In 1990 werd hij Belgisch kampioen. Daar was ik bij." "Hij heeft in de Tour heel wat top 10-plaatsen behaald", zei ik. "Vijf keer, met een vijfde plaats in 1986. Veel ritten gezien in Frankrijk. Eigenlijk had hij twee keer wereldkampioen moeten worden. Ik was erbij in 1988, in Ronse, toen die Canadees hem dat lapte in de sprint."
Hij vertelde het zichtbaar ontroerd. Toen hij vermeldde dat zijn held veel te vroeg overleden was, klonk het alsof hij ook daar bij aanwezig was. Toevallig op dat moment veegde hij een kruimel uit zijn mondhoek en meteen snel iets uit zijn oog.
Ondertussen supporterde hij al jaren voor een andere coureur. Alsof een mens zonder helden toch maar alleen is. Net als de renner zonder supporters. Echt mooi dat sommige mensen goed zijn in het bewonderen.
"Je hebt zijn naam niet gevraagd", zei mijn vrouw achteraf. "Klopt", antwoordde ik. "Maar misschien vindt hij het niet erg dat we hem herinneren als Claude."
Rudi LAVREYSEN