Ik kom al vijftig jaar bij dezelfde warme bakker over de vloer. En dat heeft hij gevierd! Hij heeft alle klanten die mij kennen uitgenodigd om donderdagmiddag tussen vijf en acht op zijn kosten in zijn zaak te komen smikkelen en smullen. Taart, vlaai, ‘pateekes’, alles is er. Mijn bakker pampert zijn vaste klanten, dat mag gezegd!
Mijn vriend komt al even lang bij zijn vaste slager, Gust in Kattenbos. Gust maakt o.a. zonder enige twijfel met stip de lekkerste kipkap van de hele wereld. Hetzelfde verhaal. Gust nodigde de kennissen van zijn ‘gouden klant’ uit om een uur of drie lang kipkap, salamiblokjes, pikante worstjes en andere lekkere hapjes naar hartenlust te komen nuttigen in zijn winkel.
Geloven jullie dat? Ik niet. Het is natuurlijk ook niet waar. Ammehoela!
En toch! Ik heb donderdag zo iets meegemaakt. Op 10 september 1965, na mijn eerste schooldag als leraar, ben ik namelijk voor de eerste keer in mijn leven in De Kroon binnengestapt. Mijn collega Gène, ook die dag begonnen, was mijn gids. Voorheen had ik omzeggens nooit een café vanbinnen gezien. En het is me daar uitstekend bevallen. Een halve eeuw lang heb ik er regelmatig mijn vaak aanzienlijke dorst gelest. Soms ook dat ietsje meer. Heel veel fijne mensen heb ik er leren kennen. Een onuitputtelijke bron van inspiratie voor mijn boek over het honderdjarig bestaan en voor mijn veertiendaagse columns. Al mijn vrienden waren donderdag uitgenodigd voor een drie uur durend festijn van diverse dranken naar believen en een snee brood met kipkap. Van Gust. Lekker!
Het is heel wat later geworden dan acht uur. Het ontwaken gisterenmorgen kostte me ook veel meer moeite dan gewoonlijk. En hoe vreemd, de verwachte kater diende zich niet aan. Geen hoofdpijn. Niks.
Dankjewel Rita, Chris, Bart en Patrick. Mijn herinnering aan donderdagavond vertoont begrijpelijkerwijs wel heel wat hiaten, maar er zijn een massa foto’s gemaakt. Ik zal ze koesteren.
Op naar de volgende vijftig!
Chel DRIESEN