Wandelingen door Lommel
Winnen. Daar draait het om. Want als je wint, dan heb je vrienden. Op de Balendijk staat een wedkantoor. Daar kun je inzetten op paarden, honden, voetbalwedstrijden, tennis, autosport F1, en zo nog wat onvoorspelbaarheden. Ik fiets
Magic Betting voorbij. In België zijn sportgokkantoren in het straatbeeld terug te vinden. In Nederland ontbreken deze. ‘In België wordt het uithangbord van
Ladbrokes beschouwd als de onbetwiste leider in de weddenschappen sedert meer dan 30 jaar.’ Ze zeggen daarbij dat ze een ‘zakencijfer van om en bij de 225 miljoen euro door middel van bijna 300 gespecialiseerde kantoren op nationaal vlak en een honderdtal krantenwinkel’ realiseren. Ja, ik neem letterlijk over hoe het Engelse Labrokes zichzelf aanprijst als onbetwiste leider. Ook daarvan is er een gokwinkel in Lommel. Je kunt bij ons in de stad gewoon bij zo’n kansspelboer naar binnen stappen. Ze vertellen er ook bij dat ze tegen gokverslaving zijn (mag ik hopen) en dat ze volgens een ‘zeer strikte bedrijfsethiek’ werken waarbij de gokbaas ‘zich perfect bewust is van haar sociale verantwoordelijkheden.’ Zie hun website. Ja, je ontwikkelt als gokbaas zelf ook enige risico’s natuurlijk, niet alleen je klanten. Risico’s van sociale aard en die zijn doorgaans niet te min.
Als ik er passeer, is er nooit veel te doen. Maar misschien is het ook zo dat gokkers er altijd wel met enige gêne binnengaan, net zoals bij het bezoeken van een sekswinkel. Daar gaat men ook liefst zo onopvallend mogelijk door de deur. Laat ik het zó zeggen: als iemand mij zou zeggen dat hij fortuin heeft verzameld met kansspelen (of seks), dan neem ik die persoon niet serieus, tenzij hij zegt dat hij de baas is van een gokhol (of bordeel). En altijd zijn de ramen bedekt of afgeplakt. Voor zover ik weet hebben we in Lommel geen erotische boetiek; ik kan het mis hebben. Iemand die er wél een weet, daar hoor ik dan graag van. In de winkelstaten heb ik er geen gezien, anders had ik er wel iets over geschreven.
Vanaf de Balendijk fiets ik over de secundaire weg langs de Ringlaan naar de Stationsstraat en steek daar over in de richting van het centrum. Hier heerst doorgaans de gemotoriseerde weggebruiker in alle vormen en maten. Het is een druk kruispunt. Uitkijken geblazen, zelfs al steek je met nadrukkelijk groen licht over, zeker op de fiets. Op deze weg naar het centrum fiets ik langs enkele woonpanden die waarschijnlijk een glorierijk verleden hebben gekend, maar die nu zuchten onder achteloze verlatenheid en tergend meedogenloze aftakeling. Troosteloosheid. In een zo’n villa die ooit glansrijke dagen heeft gekend, is nu een autorijschool en taxibedrijf gevestigd, dat wil zeggen alleen op de benedenverdieping. Het is een toonbeeld van esthetisch verminking van een prachtig gebouw. Ik heb geen verstand van architectuur, maar de stijl van deze villa is naar mijn idee Frans-neoclassistisch, hoewel het ook eclectisch kan zijn. En bij dit laatste bedoelt men dat samengeraapt uit diverse andere stijlen. Op de bovenverdieping hangen grauw uitgeteerde gordijnen voor de ramen, die in hun smoezelig vale treurigheid sterk gaan lijken op de uitgeteerd grijze kleur van de gevel. De dakgoot boven de eerste verdieping is pokdalig bruin en heeft waarschijnlijk niet veel meer nodig om aan de dakrand te ontvallen. Ik hecht niet erg veel belang aan imago, maar als de aanpak van hun leerlingen een spiegel is van deze troosteloosheid, dan zakt de moed je al bij voorbaat in de schoenen. Er moet iemand zijn in Lommel die meer weet van deze villa. Misschien dat iemand zich bij het lezen van dit verhaal zich meldt.
‘Het Huis van de Wereld' organiseert aanvullend verschillende activiteiten die bijdragen tot een verdere inburgering en een aangenaam, respectvol samenleven met elkaar. Er zit een hele wereld achter, want dat huis heet niet voor niets zo. Dat Huis van de Wereld is een gemeentelijke instelling en staat in de Stationsstraat, waar ik aan voorbij ga. Buiten staat een bord waarop heel ambitieus en met veel idealisme uitgeroepen zeventien thema’s worden genoemd om de wereld beter te maken. Genoeg te doen. Ik noem er een aantal om niet overdreven mee te lopen en te drammerig over te komen. ‘Geen armoede’. Die staat als eerste genoemd en dat ligt voor de hand. Er zijn thema’s over gelijkheid, duurzaamheid, klimaat en vrede en veiligheid. Nu heb ik altijd moeite met de term gelijkheid. Ik denk dat men bedoelt gelijkwaardigheid. Opvallend in het rijtje vind ik ‘vrede, veiligheid en sterke publieke diensten’. Dat lijkt voor de hand te liggen, maar veel instituties (publieke diensten) lijken de laatste tijd dikwijls aan invloed te verliezen. Ze worden steeds minder vertrouwd. Vooral in de VS staan de instituties, zelfs democratische verkiezingen en de rechtsstaat zelf onder druk. Pleiten voor sterke publieke diensten lijkt wat mij betreft een beetje op een hulpkreet. Voor wat mijn mening waard is, laat ik het aan u, lezer.
Maar goed, het Huis van Wereld probeert iets te doen aan inburgering en integratie. Nieuwkomers dienen zich bij aankomst hier te melden voor een intake en voor een programma. Lommel kent ook zijn nieuw globale gasten, die hier het goede leven komen testen.
Lommel onderhoudt een stedenband met twee steden, één in Namibië, Ongwediva en één in Nicaragua, Ciudad Dario. Op de website: ‘Voor Lommel bevat de stedenband bevat 3 essentiële elementen.’ Zo staat het op de website van de gemeente. ‘Eerst en vooral heeft een stedenband een symbolische waarde (…). Werken aan vrede en integratie staan daarbij centraal. Ten tweede is de betrokkenheid van de burgers noodzakelijk.’ Burgers dragen mede dit idee, samen met het stadsbestuur. ‘Tot slot is er het principe van duurzaamheid.’ Daarvoor is continuïteit nodig, zo staat het er. ‘Enkel zo kunnen er sterke vertrouwensrelaties groeien tussen collega’s van beide gemeenten.’ Collega’s, denk ik dan? En waar blijven de burgers dan als het gaat om vertrouwen kweken? In elk geval is het Huis van de Wereld hierbij actief.
Ik ga verder. Mijn volgende verhaal begint met een nieuwe lus.
© Willem van LIT - 091120