Een paar dagen geleden was ik in een Lommelse zaal toevallig getuige van een bij wijlen levendige discussie tussen een handvol mensen. Het ging over hun geloofsovertuiging. Nu ben ik zelf dat stadium gelukkig al een tijdje ontworsteld. Ik heb, wat Herman Van Rompuy de ‘rustige vastheid’ zou noemen, bereikt. Maar het blijft me wel interesseren. Ik lees er ook veel over. Pas nog het effenaf schitterende ‘The God Delusion’ van de Britse wetenschapper-filosoof Richard Dawkins.
Er zat een moslim bij die heftig zijn standpunt verdedigde dat Allah het enige opperwezen kon zijn. Iemand, van wie ik weet dat hij actief is voor ‘De School met de Bijbel’, was het daar roerend mee oneens. Zijn God was immers ook alleen. Ergens klonk er een sneer naar de katholieken die ‘erin geslaagd waren een forse denkdraai te geven aan het bestaan van één God, door de ‘Heilige Drievuldigheid’ bij de verplichte geloofspunten op te nemen’. Er zijn drie goddelijke personen, maar samen is dat maar één God! “Merkwaardig soort wiskunde’ vond een colporteur van Jehova. Het deed me allemaal denken aan dat sublieme satirische lied van Kees van Kooten en Wim de Bie die destijds twee van hun onsterfelijke typetjes neerzetten als ‘De Positivo’s’. “Onze God is de beste, Hij is wereldkampioen” zongen ze met een colgate-glimlach van oor tot oor.
Terug thuis bleef de discussie maar door mijn hoofd spoken. Beleven we het einde van het ééngodendom? Allah die oproept om de wereld te bekeren. Jezus die zijn ‘Gaat en vermenigvuldigt u’ de wereld instuurt. De volgelingen van Jehova die mensen periodiek op hun zenuwen werken door ze, bij voorkeur op zondagvoormiddag, te komen bekeren. En dan is er nog zo’n Exemplaar (let op de hoofdletter!) met hoofdzetel in Salt Lake City (Utah, USA), die in elk land een stel goed opgeleide missionarissen heeft zitten. Dat kan toch niet over dezelfde gaan? En dan vergeet ik even de hindoes met hun duizenden Goden. En de talloze sekten, ook bij ons in de buurt.
En waar heeft het tot hiertoe allemaal geleid? Even nadenken: de Kruistochten, de wrede godsdienstoorlogen na de reformatie, de Beeldenstorm, de recente oorlog in Noord-Ierland, 9/11 in New York, de IS-aanslagen overal in de wereld, de oorlog in Syrië. Het wordt toch echt moeilijk om niet te denken dat de wereld beter af zou zijn zonder religie.
Met die gedachten in mijn hoofd zat ik gisterenavond in een gebedswake. Terwijl de mensen binnenkwamen dacht ik: “Troost! Misschien is troost het kernwoord. Mensen in onze cultuur kunnen troost vinden in hun geloof.” Voor de dienst begon nam de echtgenoot van de gestorven vrouw het woord. Vijfenzestig was ze mogen worden. De man straalde gelatenheid uit maar tegelijkertijd leek hij ook o zo kwetsbaar door zijn beheerste verdriet. “Mijn vrouw had hier ook willen zijn”, zei hij. “Maar ze kon niet.” Als een trein donderden die twee zinnetjes de kerk en mijn hoofd binnen! Zijn gemis werd zo tastbaar. Zijn vrouw was er nog wel. Maar ze kon niet meekomen. Het afscheid was al genomen, maar ook weer niet. Ik moest mijn ogen even droogvegen.
Ook de boodschap van de dochter, in de rug gesteund door haar broer, klaar om het over te nemen indien ze het niet meer kon houden, was van een zo ongewone tedere oprechtheid dat een golf van medeleven door de kerk spoelde.
Als een ander, gelouterd mens reed ik naar huis.
Chel DRIESEN