Met welgevallen heb ik ze zitten te bekijken, de foto’s van de vormelingen in de krant. Een paar dingen vielen me daarbij op. Het lijken er heel wat minder dan de jaarlijkse babyfoto’s. Er moeten er toch ongeveer even veel twaalf jaar geworden zijn, niet? Heb ik het mis als ik denk dat nog niet de helft van de kinderen/ouders ervoor kiest om het ‘sacrament van het vormsel’ te ontvangen? Mijn eigen kleindochter heeft bijvoorbeeld een ‘lentefeest’ gekregen. En daar kwam geen bisschop aan te pas. Trouwens, is de bedienaar van dat sacrament nog wel een bisschop? Voeger moest dat. Zelf ben ik ‘geconfirmeerd’ in 1958, een jaar na mijn plechtige communie. Leeftijdgenoten uit verschillende parochies in de regio moesten toen naar Overpelt waar Mgr. Van Zuylen, bisschop van Luik – het bisdom Limburg bestond toen nog niet – ons de symbolische kaakslag met twee vingers toediende. Verder herinner ik me daar niet zo veel meer van. Thuis werd er trouwens weinig aandacht aan besteed. Het leek wel of het vormsel een sacrament van mindere orde was.
Wat was het simpel, vroeger. Op je zevende ging je, na een minutieus voorbereide biecht, voor de eerste keer te communie. En een feest werd er nauwelijks gehouden. Als je twaalf was, onderging je dan je plechtige communie. Dan was er wel feest. Je meter en peter werden daarop uitgenodigd. En ’s anderendaags de buren, om de restanten te verorberen. Ik herinner me nog heel goed dat ik tot groot jolijt van mijn zussen van mijn meter een lederen etui kreeg met daarin: scheergerief! Mijn doopvader had een missaal meegebracht. Ik heb het nog. Het zit in mijn boekenkast. En het communieprentje van mijn communielief – jaja! – zit er nog in. Wat was dat mooi, die communieverliefdheid! En de gedichten die ik voor haar geschreven heb! Een tijdje geleden heb ik haar toevallig teruggezien. En het deed me nog altijd wat! Maar ik dwaal af.
De foto’s in de krant deze week toonden levendige, vrolijke jongelui in allerlei houdingen en omgevingen. En wat een levendige kleurrijke kleding! Ook dat was vroeger wel even anders. Meisjes droegen een lange witte jurk die ze later nooit meer konden gebruiken. Jongens kregen een echt pak: een kostuum. Dat van mij was gemaakt door kleermaker Jaak Damen van Achel. In een grote doos heb ik gisteren de foto teruggevonden, gemaakt in de studio van Jac Douven in Neerpelt. Ja, een communiefeest mocht wat kosten. Het contrast met de foto’s van nu kan niet groter zijn. Ik poseerde met een volkomen ongeloofwaardig doodernstig gezicht achter een antieke stoel. En het belangrijkste: in één hand had je de lederen handschoenen, en de andere lag zodanig over de stoelleuning dat je kon zien dat je een horloge droeg.
Ook dat horloge heb ik nog ergens, denk ik.
Chel DRIESEN