Vandaag stellen we je, in het kader van de Lommelaar van het jaar, een groep Lommelaars voor: de
Vrijwilligers van de Vloeiweiden. Zij houden het '
witteren' levend in Lommel en hebben er mee voor gezorgd dat dit witteren in 2023
Unesco werelderfgoed geworden is.
De vloeiweiden van de Grote Watering van Lommel zijn een uniek stukje erfgoed en een waardevol natuurgebied. Ze zijn een overblijfsel van een groots opgezet irrigatieproject van de Belgische staat in de 19e eeuw. Vanaf 1850 werden in Noord-Limburg uitgestrekte heidegebieden ontgonnen. Dankzij een ingenieus
bevloeiingssysteem werden de arme Kempense zandgronden omgevormd tot vruchtbare '
vloeiweiden'. Het water was afkomstig uit de Maas en werd aangevoerd via het toen nieuwe Kempense kanaal Bocholt-Herentals. Het hooi van deze vloeiweiden diende vooral als wintervoeder voor het vee in de potstallen. De geproduceerde stalmest was vroeger de enige en dus onontbeerlijke mest om de schrale Kempense gronden te bemesten. Dankzij deze bevloeiing ontstond er een echt plantenparadijs.
Het gebied wordt in stand gehouden door een team van vrijwilligers die de 15 ha grasland nog altijd bevloeien op eeuwenoude wijze. Een 40-tal jaar geleden kregen ze het gebied in beheer van de stad Lommel. Maar het was helemaal geen grasland, het gebied was totaal verwilderd en stond vol onkruid en populieren. De bomen werden gerooid, het terrein opgeruimd, opengemaakt, en gemaaid. Met de zeis, maar dat was niet zo vanzelfsprekend. Gelukkig kregen ze hulp van de mensen van Kolonie, waarvan er meerderen het werken met de zeis meester waren. Op topmomenten stonden er 42 mensen tegelijk met de zeis te maaien! Tegenwoordig zijn ze wel een beetje gemechaniseerd en hebben ze zelf tractoren aangepast om op het terrein te werken.
Toen het terrein terug in de oorspronkelijke staat hersteld was begonnen ze het opnieuw te bevloeien en te hooien op de oorspronkelijke, eeuwenoude wijze. En ook voor dat bevloeien kregen ze heel veel waardevolle hulp van de bewoners van Kolonie, die het witteren nog kenden van vroeger en wisten hoe een en ander aangepakt moest worden. Door dat witteren ontstond een uniek biotoop van
zeldzame planten en dieren op een van de best bewaarde stukken grond wat betreft bodemleven. In het vroege voorjaar kan je de talrijke bonte krokussen bewonderen, die de voorbode zijn van de prachtige bloemenzee die in de lente tevoorschijn komt Om al dat fraais te bewaren werd samen met de stad een landschapsbeheerplan voor 27 jaar opgesteld waarin staat wat er moet gebeuren om dat erfgoed te beheren.
Dat allemaal was de Duitse professor emeritus Christian Leibundgut niet ontgaan. Hij had alle vloeiweiden in heel Europa bezocht en was bijzonder opgetogen over wat hij in Lommel zag. Hij was sterk
onder de indruk van de geleverde inspanningen en van de grote oppervlakte vloeiweiden. De Lommelse vloeiweiden waren bij de mooiste die hij had gezien. Daardoor begon het plan te groeien om de vloeiweiden te laten erkennen als immaterieel erfgoed. Er werd een dossier opgesteld om de kennis van het bevloeien, de techniek om het te doen en de knowhow door Unesco te laten erkennen als erfgoed. Keihard werd er gewerkt aan het erkenningsdossier, in een internationaal team. Eerst kreeg het bevloeien in 2019 een plaats op de Vlaamse Inventaris Immaterieel Erfgoed, als overblijfsel van een oude landbouwtechniek. En eind 2023, na 7 à 8 jaar werk, volgde de kroon op het werk: het '
witteren' staat voortaan officieel op de ‘Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid’ van Unesco! Prachtig werk van het team vrijwilligers van de vloeiweiden, en een mooi postuum eerbetoon aan
Albert Jansen, trekker van de groep vrijwilligers rond het Wateringshuis en drijvende kracht achter de aanvraag tot erkenning, die helaas vorig jaar veel te vroeg overleden is. De Vrijwilligers van de Vloeiweiden hebben
Lommels erfgoed op de wereldkaart gezet. Een knappe prestatie!
(Foto Stefan Ackx)