In Lommel trekken de karavanen van carnaval weer door de straten. Vanmiddag al waren de schoolkinderen aan de beurt, zondag kunnen we kijken naar (of meestappen in) de 66ste jaarlijkse stoet, maandag volgt de kinderstoet en dinsdagmiddag is het aan de senioren die nog zot genoeg zijn.
Niet dat ik zo’n fan ben van dat gedoe. Georganiseerde leute is niks voor mij. Maar lieden die er zich goed bij voelen als ze zich in kleren waarmee ze op andere dagen niet eens buiten zouden durven komen en in meestal stijgende graad van dronkenschap, ten aanschouwe van Jan Publiek hossend en springend door de straten begeven, moeten dat vooral doen. Misschien sta ik wel een half uurtje tussen de rijen toeschouwers.
Waar ik wel van schrik is de algemene gekte die de laatste tijd mondiaal om zich heen lijkt te grijpen. En dan heb ik het niet eens over de capriolen van die narcistische kloefkapper van een Trump. Ik bedoel de tsunami van pseudo-feminisme die ons overspoelt. Waar zijn we helemaal mee bezig, beste lezers?
Ik weet het, mensen die in een conversatie hun bijdrage beginnen met “Ik ben geen racist, maar…” blijken vervolgens vaak de flagrantste racistische uitspraken te doen. Maar voor wat ik nu wil zeggen kan ik zelf ook geen betere aanhef verzinnen. Hier gaan we.
Ik heb niets tegen Marokkanen maar als een Marokkaanse prediker in België vindt dat zijn volgelingen niet meer moeten stoppen voor een rood verkeerslicht omdat er ten tijde van de profeet geen verkeerslichten waren, vind ik dat tamelijk idioot.
Ik heb niets tegen paters en nonnen, maar als nonnen in de pers hun beklag doen omdat hun bestand elk jaar met ongeveer zeshonderd stuks afneemt, vind ik dat hùn probleem. ‘Bruid van Jezus’ zijn mag dan hun hoogste ideaal zijn, wat nakomelingen betreft levert het weinig op.
En ik heb niets tegen vrouwen. Integendeel. Als jongste telg in een gezin met twee veel oudere broers en zes zussen, ben ik in een behoorlijk vrouwelijke omgeving opgegroeid. En ik kan je verzekeren: mijn zussen hadden geen #Me Too nodig om mij op mijn hiërarchische plaats te houden! Maar als ik verneem dat ene mevrouw Clare Gannaway, curator van de Manchester Art Gallery, het bekende schilderij ‘Hylas and the Nymphs’ van John W. Waterhouse laat weghalen, dan sla ik tilt. Er staan wat dames met bloot bovenlijf op! En op die manier verleiden ze een knappe jonge kerel!
Mij komt het voor alsof een aantal vrouwen elkaar staat te vertrappelen om, in het kader van #Me Too, achteraf toch maar iets belangrijks voor de ‘ontvoogding van de vrouw’ gedaan te hebben.
Hou je vast, binnenkort bestormen ze de Galleria dell’ Academia in Firenze om de David van Michelangelo, dat toonbeeld van mooie mannelijkheid, van zijn sokkel te trekken. Of ze slaan er in de Stoofstraat in Brussel het piemeltje van Manneken Pis af.
Penistijd, misschien bestaat het toch.
Chel DRIESEN