Dinsdag was het weer zover: het jaarlijks onderzoek bij de cardioloog. Niet dat ik me ziek of slapjes voel, maar toch maak ik me elk jaar weer zorgen in de weken vooraf. Ik weeg een kilo of tien teveel, beweeg te weinig en bij de recente bloedanalyse wezen mijn leverfuncties een meer dan gemiddeld alcoholgebruik aan. Nee, nog niet echt alarmerend, maar voldoende voor mijn huisarts om me telkens weer de goed gemeende raad te geven toch maar wat op dat verbruik te letten. Doe ik dan ook. Echt. Een maand of zo. Tja. Roken doe ik ook al niet.
Maar ik weeg dus teveel. Maggie De Block ook. Die weegt veel te veel. En die is minister van volksgezondheid geworden. Met alle respect voor de ongetwijfeld vele kwaliteiten van hare excellentie, maar met zo’n minister van volksgezondheid, een dokter bovendien, kan het toch niemand verwonderen dat buitenlanders ons associëren met de taferelen op de schilderijen van Pieter Bruegel.
Trouwens, via mijn krant verneem ik dat 45 procent van de Belgen te dik is. 16 procent is zelfs ronduit obees. En het gegeven dat de gemiddelde BMI in Wallonië hoger ligt dan in Vlaanderen, verschaft me maar matig leedvermaak.
We zijn overigens bijzonder hardleers. Wat stond er gisteren uitgebreid in de krant? Vandaag, zaterdag 21 november, wordt in het Nederlandse Schiedam het wereldkampioenschap
frikandellen eten georganiseerd. Een Truienaar maakt zich sterk dat hij daar met het goud weg gaat waggelen. Zijn palmares liegt er niet om. In 2012 werd hij al Belgisch kampioen met 25 frikandellen in één uur! Enkele weken geleden vrat hij in Geleen de tegenstand op een hoopje met 10 worsten in vier en een halve minuut! En in Borgloon maakte hij 45 bitterballen soldaat in 120 seconden. Momenteel traint hij wekelijks in een frituur in de Trudostad. “Als je ergens goed in bent, moet je zorgen dat je nog beter wordt,” zegt hij zegezeker.
Misschien herinneren jullie je nog dat ik na de kermis van 2014 in Lommel in een column uiting gaf aan mijn afkeer voor een wedstrijd ‘plastronzuipen’. Deelnemers werden met hun stropdas op een tafelblad vastgespijkerd en moesten zo veel mogelijk drinken. Wie het laatst het toilet opzocht, was de winnaar. Je kunt je de toestand van de deelnemers en het strijdperk na de wedstrijd wel voorstellen. Sodom en Gomorrah waren er niks tegen.
Waarom zou een worstenvreetcompetitie ‘salonfähiger’ zijn? Maar het haalt wel de krant, met foto van de sportman erbij.
Misschien moet ik toch maar eens gaan diëten. En wat vaker tonic drinken.
Chel DRIESEN