Alweer een week verder, tijd voor alweer een ‘nieuwe Lommelaar’, alhoewel deze dame nu toch al 30 jaar in onze stad woont. Vandaag aandacht dus voor Mieke Deconinck, 60 jaar en wonende in de Bonenven.
Waar woonde je vroeger, dus voor u naar Lommel kwam?Ik woonde in Sint-Pieters-Leeuw, een gemeente een tiental km ten zuiden van Brussel in het Pajottenland.
Wanneer ben je naar Lommel verhuisd?Toen ik trouwde met Marc, die in Lommel woonde, hebben we als tussenstap een drietal jaren in Lier gewoond. Net in het midden tussen Sint-Pieters-Leeuw en Lommel. En in 1992, toen onze oudste zoon Jasper 6 weken oud was, zijn we naar Lommel verhuisd.
Waarom heb je uiteindelijk Lier verlaten voor onze stad?We waren allebei veel te lang onderweg naar ons werk. Ik moest telkens langs de ring rond Brussel rijden en dit was zeer stresserend om elke dag tijdig op school te geraken. Marc kon wel vanuit Lier de trein naar Lommel nemen. Zo konden we een tweede wagen uitsparen. Maar toen we aan kinderen dachten was dit niet vol te houden. Na lang wikken en wegen, hebben we dan samen besloten dat ik de sprong naar Lommel zou wagen. Ik schreef naar 100 scholen een sollicitatiebrief in en dichtbij Lommel.
Toen ik bericht kreeg dat ik in de lagere school van het Sint-Jan Berchmanscollege in Mol kon beginnen lesgeven, zijn we onmiddellijk een bouwgrond in Lommel gaan zoeken om zo vlug mogelijk te kunnen bouwen.
Wat was uw eerste indruk van onze stad? Mijn eerste indruk was dat hier heel veel natuur is. De Sahara, de mooie wandel- en fietsroutes vielen me onmiddellijk op. Op amper 500 meter van ons huis waren we al in het bos. Mensen fietsen hier ook veel meer en dat gebeurt hier veel veiliger. Ook wandelen kan hier veel vrijer en makkelijker. Het viel me ook op dat iedereen hier Nederlands praat. Ook dat aspect sprak me wel aan, want ook een verbetering t.o.v. Sint-Pieters-Leeuw.
Miste je in het begin je ‘thuishaven’?Toch wel een beetje, want in het begin miste ik wel dat ik nooit eens spontaan op straat of in de winkel vrienden of familie van mij tegenkwam. Stilaan verbeterde dat natuurlijk wel. Ik leerde vlug de buren kennen, enkele ouders van vriendjes van onze kinderen en mensen uit de parochie. De mensen hier spreken mekaar veel vlugger aan omdat je niet zo met die taalbarrière zit.
En nu… na 30 jaar… Helemaal ‘ingeburgerd’?Zeker wel… In Lommel zijn er ook heel veel winkels, een cultureel centrum, verschillende filmzalen, gezellige restaurantjes en cafés. Vroeger moest ik me daarvoor verplaatsen naar Halle of Brussel. Nu kan ik gewoon met mijn fiets alles makkelijk bereiken.
Ik heb de stad ook wel enorm zien evolueren in die 30 jaar dat we hier nu bijna wonen. Zo vind ik b.v. de herinrichting van het centrum zeer geslaagd. En het moderne stadhuis, het glasmuseum, het cultureel centrum … ik vind het altijd leuk als ik mijn familie en vrienden van vroeger kan gidsen in Lommel. Wel een beetje jammer dat in het centrum alles zo volgebouwd wordt…
Hoe zou je ‘de Lommelaar’ omschrijven?Een ‘Lommelaar ‘ houdt écht van zijn stad en wil hier ook dikwijls blijven. Ze zijn heel honkvast. Ik zie dat ook in de vriendenkring van mijn zonen. Vele jongeren, die een tijdje ergens anders gewoond hebben, keren toch dikwijls naar Lommel terug.
Zou u nog terug willen naar uw oorspronkelijke woonplaats?Heel in het begin zou ik, moest ik bijvoorbeeld alleen verder moeten, teruggegaan zijn. Maar al heel vlug liet ik die gedachte varen. Mijn werk viel heel goed mee, wij hebben hele goede buren, mijn kinderen liepen hier in Lommel school en gingen ook naar de KSA en sportverenigingen. Zij voelden zich hier echt goed in Lommel. En door je kinderen leer je ook steeds méér mensen kennen. We zijn ook trouwe supporters van voetbalclub Kattenbos waar één van onze zonen speelt. Daarnaast zit ik ook in een werkgroep om kindervieringen in de kerk mee te organiseren. We fietsen hier ook heel veel en genieten van de vele natuur zo dichtbij ons huis. Laat ons dus maar hier blijven.
Nog een slotbemerking?Wel kan ik zeggen, een échte Limburger zal ik nooit worden. Maar dat hoeft ook niet. Want nu zeggen mensen hier tegen mij als ze me horen praten:” jij bent niet van Lommel”, en inderdaad, aan mijn tongval hoor je nog altijd dat ik van Vlaams-Brabant ben. Maar daar ben ik dan ook nog altijd fier op.