“Ja, het is weer onder de mensen.”
Ik had een vriend op bezoek en deed mijn beklag over erge buikpijn die ik ondervond. “Buikgriep natuurlijk”, vond hij. En hoewel hij geen medicus is, dacht ik dat hij wel gelijk zou hebben.
Nu is buikgriep, hoe vervelend de symptomen ervan ook kunnen zijn, niet meteen een reden om aan een begrafenisondernemer te denken. Maar iemand die amper twee jaar geleden een volledige colectomie ondergaan heeft, en nog steeds in behandeling is, hoort toch meteen een hele rij alarmbellen rinkelen als het begint te rommelen daar vanonder. Zeker als het ook nog eens flink pijn doet.
Een pijnstiller slikken dan maar, een half slaaptabletje en wat vroeger tussen de lakens.
Op mijn slaapkamer hangt een foto van de retoricalichting '62-'63 van het Sint-Hubertuscollege in Neerpelt. Er zijn er al een heleboel van overleden. Stephan Claessens staat ertussen. Stephan is dokter geworden. Hij heeft de ogen van mijn vader gesloten toen hij gestorven was. Ik stond er ook bij met mijn moeder en een paar van mijn zussen, maar ik kon het niet. De laatste tijd was Stephan wat aan de sukkel en twee weken geleden is hij overleden na een banale val bij hem thuis. Vorige week was de uitvaartdienst.
Er hangt ook een foto van mijn broer Dré. Achtenzeventig is die mogen worden. Hij heeft nog net zijn gouden bruiloft kunnen vieren. Hij vertelde toen dat alle recente onderzoeken grond tot optimisme waren. Maar zijn stem klonk zo zwak, dat ik op de terugrit naar huis dacht: “Ik denk dat we
ozzen Dré voor het laatst gezien hebben."
Ik heb hem wél nog teruggezien, in het ziekenhuis van Jette, twee dagen voor zijn dood. Zijn zoon berichtte me dat hij na ons vertrek gevraagd had om de TV op te zetten. Kim Clijsters speelde de finale op Wimbledon, en dat wou hij zien. En ik begreep ineens hoe onschatbaar waardevol het leven is.
Slik! Daar gaat mijn halfje Zolpidem. Slaap lekker allemaal. En morgen gezond weer op, zeker?
Chel DRIESEN