Volgens de Belgische wetgever dragen gehuwden samen bij in de lasten van het huwelijk volgens hun eigen kunnen. Ook wettelijk samenwonenden hebben die plicht. Solidariteit heet dat. Maar feitelijk samenwonenden moeten volgens de Belgische wet juist niks. Met als gevolg dat bij een split, samenwonenden vaker de neiging hebben om onderling af te rekenen alsof er tussen hen enkel een zakelijke overeenkomst bestond.
Zo eiste een dame voor het hof van beroep van Antwerpen van haar ex-partner een bedrag van 10.575 euro omdat zij meer dan hem zou betaald hebben voor de lening van het huis, de grond- en provinciebelasting. Zij deed ook extra investeringen aan het huis.
Zij gaf wel toe dat de afbetaling voor de lening alles te maken had met het samenwonen, maar haar aandeel in de huisvestingskosten vond ze toch overdreven.
Het hof van beroep wees er echter op dat hij èn zij gemeenschappelijke rekeningen betaalden met hun eigen centen. De man had dan wel een inkomen dat wat hoger was, maar de vrouw moest erkennen dat de man dag na dag bijdroeg in de lasten van het samenleven, financieel en in natura. Dat de dame al bij al buitensporig zou hebben moeten bijdragen, was volgens het hof niet bewezen. Ten andere, opperde het hof, zelfs feitelijk samenwonenden hebben de morele plicht tot solidariteit, zodat ze bijdragen in de dagelijkse uitgaven, maar ook in de ruimere lasten van een feitelijk gezin, zoals een dak boven het hoofd. Ook voor samenlevers zonder papieren staat solidariteit centraal, aldus het hof.
Feitelijke samenwoners zijn dus meer gehuwd dan ze denken of de wet hen voorspiegelt. Zij doen er dus goed aan niet alleen de wetten van het Belgische volk te respecteren, maar ook gespecialiseerde juridische tijdschriften te lezen. Om de gemoeds- en nachtrust te bevorderen, kunnen ze natuurlijk ook huwen.
Jan Bouly, advocaat