17 jaar is ze nog maar, en ze heeft al een eerste boek uitgebracht: Don’t Panic. Nina Montforts uit Oudsbergen schrijft al sinds ze een pen kan vasthouden en haar ideeën zijn nog lang niet op.
‘Toen ik zes jaar was, begon ik al verhaaltjes te schrijven. Ik hou daar al van sinds het moment dat ik een pen kon vasthouden en het idee om een boek te schrijven is altijd in mijn hoofd blijven hangen. Ik besloot ervoor te gaan, met Don’t Panic als resultaat’, aldus Nina Montforts. Het verhaal gaat over een stad die omringt is door een grote muur en in die stad breekt een zombie-apocalyps uit. ‘De personages in het boek moeten proberen ontsnappen en overleven om bij de poort te geraken waar ze gered zullen worden’, legt ze uit.
Don’t Panic is een horrorboek, want Nina is gek op het genre. ‘Ik hou enorm veel van horror. Dat is altijd al mijn favoriete genre geweest. Ik ben ermee opgegroeid, mijn vader is ook een echte horror-fan. Ik vind het iets enorm interessant.’ Ze werkte ongeveer vijf maanden aan het boek. Haar omgeving reageerde alvast heel positief en enthousiast, zowel haar familie als haar vrienden. ‘Zelfs degenen die eigenlijk niet zo graag lezen, waren enthousiast. Dat is zo fijn, want het is altijd mijn droom geweest om een boek uit te brengen. Een tijdje geleden kwam ik zelfs een oud-leerkracht tegen die mij in de krant gezien had en zich nog herinnerde hoe graag ik toen, als 6-jarige, al schreef.’
Wat ze juist zo leuk vindt aan schrijven? ‘Als ik een film kijk, vraag ik mij vaak af waarom het niet anders verloopt of waarom bepaalde personages bepaalde dingen zeggen. Als je schrijft, kan je dat gewoon helemaal zelf kiezen. Dan heb je die vrijheid. Je mag personages kiezen, de plaats, wat ze doen. Je eigen interesses kan je er ook in verwerken. Ik ben daar zo geïnteresseerd in, in dat dat kan.’
Ondanks dat ze nog zo jong is, weet Nina al heel goed wat ze wil. Haar tweede boek, genaamd “Niet alle dromen zijn bedrog”, is al geschreven, maar verschijnt wel pas over een tijdje. ‘Het is ook een horrorboek. Het gaat over iemand die op kamp gaat met zijn school en heel veel rare dromen krijgt die ook echt uitkomen. En het zijn geen goede dromen, het zijn ernstige dromen. Hij blijft de hele tijd hetzelfde wezen zien in die dromen, en dan ziet hij dat ook in het echte leven. Er gebeuren heel veel dramatische dingen.’
Het idee voor dit boek kreeg ze toen ze zelf op kamp was met school en keek naar de rij huizen waarin ze verbleven. ‘Ik vond dat ze een creepy, oude vibe uitstraalden. Ik vroeg me toen af wat er zou gebeuren als dit een eng kamp zou zijn geweest.’ Andere ideeën ontstaan op een gelijkaardige manier. ‘Soms zit ik in de auto en zie ik een huis dat er heel apart uitziet. Dan vraag ik mij af wat er zich daar kan afspelen, en zoek ik daar een verhaal achter. Of ik zie iets in een film wat me inspireert. Een ander verhaal dat ik ooit voor mezelf heb geschreven, was dan weer op een droom gebaseerd.’
Nina werd onlangs ook benoemd tot “Jonge Ondernemer van het jaar 2024” in Oudsbergen. Daar is ze heel trots op. ‘Ik kwam thuis van school en mijn mama begon mij opeens te filmen. Toen ze het vertelde, was ik heel verbaasd. Ik heb wel een traantje gelaten, want dat was gewoon adembenemend om te horen te krijgen. Het is ook toen ik op dat podium stond dat ik merkte dat dat ook echt iets voor mij is’, vertelt ze. ‘Dus dat is iets wat ik zeker verder wil ontdekken.’
Zelf merkt Nina alvast een vooruitgang in haar schrijven in haar tweede boek, vergeleken met haar eerste. ‘Het verhaal zit beter in elkaar gestoken’, zegt ze. ‘Ik ben er erg blij mee.’ En of er nog een derde boek komt? Jazeker. Haar ideeën voor horrorverhalen zijn nog lang niet op, benadrukt ze. Schrijven zal ze blijven doen.
Delia Filippone