Mijn onderwijscarrière heeft behoorlijk lang geduurd. In de laatste jaren gebeurde het daardoor wel vaker dat een schichtig kijkende leerling samen met zijn vader zijn paasrapport kwam afhalen. Af en toe herkende ik dan die vader ook, want die had ik een paar decennia eerder ook al onder handen gehad. En het is voorgekomen dat zo’n gefrustreerde man, ontsteld over de bedroevende resultaten van zoonlief, zijn nazaat een flinke uitbrander gaf in mijn gezelschap. Eén keer vond ik dat hij toch wat overdreef. Ik heb toen in de archiefkelder een kopie van zijn eigen rapport gevonden – dat zag er helemaal niet beter uit dan dat van zijn zoon – en dat heb ik op het einde van het schooljaar aan zijn zoon overhandigd. Ik kom hem nog wel eens tegen en hij bekijkt me nog altijd met een mengeling van wantrouwen en wraakgevoelens.
Tja, ik kan het echt niet helpen: het zit nu eenmaal in me. Ik beleef intens hartverwarmend genoegen aan het doorprikken van ballonnen. Zo sprak een collega op een oudervergadering tot de moeder van een leerling, die haar zoon beschreef als een ijverige quasi heilige: “Mevrouw, dan is er maar één conclusie, dan is hij gewoon dom”. Heerlijk toch! Ook al zou je tegenwoordig voor zo’n uitspraak misschien een rechtszaak riskeren.
En onlangs beleefde ik die ervaring weer. Ik was toevallig getuige van een gesprek tussen twee dames. Ze hadden het over de zoon van een van hen. Veertien jaar was de knaap. Hij nam niet deel aan het gesprek waarvan hij het onderwerp was. Hij zat er gewoon wat schaapachtig bij te kijken. Zijn moeder voerde het hoogste woord. En het was al vlug duidelijk dat zij zichzelf als pedagogisch erg goed geïnformeerd beschouwde. Op de vraag in wat voor beroep zij haar zoon later graag carrière zag maken, antwoordde ze heftig: “Daar houd ik me volkomen buiten! Ouders horen zich daar niet mee te moeien. Dat beslist hij zelf en hij alleen!”. Het zal wel een wensdroom van me geweest zijn, maar heel even dacht ik een vonk van revolte in zijn ogen te zien. En ik dacht: “Kerel, dit is je kans. Grijp ze! Zet dat betweterig mens met haar twee voeten op de grond en zeg iets in de aard van: Ma, ik wil later heel graag paaldanser worden in een transvestietenbar.” Maar dat zei hij jammer genoeg niet. Hij ging gewoon voort met slungelachtig in zijn stoel te hangen.
De andere dame vond dat zij de pertinente vraag dan maar moest stellen. “En, Dieter”, zei ze. “Wat wil jij later worden?” “Piloot”, blaatte hij.
Chel DRIESEN