Na Monaco, de Heilige Stoel, Malta en San Marino kennen Nederland en België de grootste bevolkingsdichtheid in Europa. Tel er de Ardennen af en we wonen in België het dichtst op elkaar. Veel buren dus. Dus burengeschillen. Buren moeten iets kunnen verdragen van mekaar. Maar het mag de spuigaten niet uitlopen want dan is het evenwicht verstoord, aldus de wet.
De buren waar het hier over gaat woonden naast elkaar in een stadje in de Antwerpse Kempen. Bij de ene buur waren de planten, struiken en twee zomereiken, bij de andere buur een doorn in het oog. Over een haag, klimop en een esdoorn geraakten ze het uiteindelijk eens, maar voor de verongelijkte buur bleven twee zomereiken erg hinderlijk. Telkens opnieuw was er dat dichte bladertapijt in zijn eigen tuin, afkomstig van die bomen in de andere tuin.
De buur met de eiken had zakken aangeboden voor het bladafval en wilde ook naar het containerpark rijden. Daarmee was hij echter niet gediend. De vrederechter moest beslissen.
Die bekeek het bladertapijt en de bomen, blijkbaar volwassen op het ogenblik dat de klagende buur in zijn woning trok, want al enkele decennia oud. De buur met de zomereiken, foeterde dat ze alleen de laatste drie jaar sterk waren gegroeid. Zoals elke eik slechts tussen één en vier centimeter per jaar, wist de vrederechter. De bomen maakten deel uit van een minibos van zomereiken en in een bosrijk gebied moet men verdragen dat bladeren van de bomen vallen, opperde de vrederechter.
Temperatuurstijgingen en hittegolven maken dat het van algemeen belang is dat bomen blijven. Ook in privétuinen. De zomereiken gingen dus vrijuit. Bovendien, besloot de vrederechter, zelfs als het evenwicht tussen de beide buren door de eiken verstoord zou zijn, was het aanbod met de afvalzakken een vorm van herstel van dat evenwicht en moeten de eiken overeind blijven.
In een wereld zonder bomen lacht men altijd groen – Fernand Lambrecht –
Jan Bouly (advocaat)