Twee aannemers hadden ruzie over de al dan niet correcte uitvoering van bouwwerken. “Slecht werk”, zei de ene. “Betalen”, zei de andere en trok naar de rechtbank om zijn geld te krijgen. De spanningen liepen hoog op en de aannemers belandden uiteindelijk voor het hof van beroep van Antwerpen. Wellicht omdat de aannemer van wie betaling werd verwacht schermde met een telefoongesprek dat hij stiekem had opgenomen. In dat gesprek erkende de aannemer die zijn geld eiste dat hij slecht werk had geleverd en nog herstellingen moest uitvoeren, voor er sprake kon zijn van betaling.
Met dat heimelijk opgenomen gesprek was volgens het hof van beroep echter niks mis. Het was niet strafbaar en schond niemands privacy. De opname was betrouwbaar en deed niets af aan de eerlijkheid van het proces. Het hof weigerde een betaling toe te kennen voor de werken en kende zelfs een schadevergoeding van 1.210 euro toe aan de aannemer van wie betaling werd geëist. Dit omdat de andere aannemer te kwader trouw was en tergend en roekeloos had geprocedeerd. Nochtans had de rechter in eerste aanleg de aannemer die om zijn geld had gevraagd en het vuur aan het lont had gestoken in het gelijk gesteld.
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)