Straks is het kerstavond. Het gezin van mijn dochter komt op bezoek. Er valt nog een heleboel te doen voor een alleenstaande man als ik: een lijstje klaarmaken en gaan winkelen, de tafel schikken, namen op de cadeautjes plakken… En hoe meer je doet, des te meer vallen je dingen in die óók nog moeten gebeuren.
Ik ben dus maar wat vroeger opgestaan dan anders. Trouwens, de morgenstond heeft in onze contreien goud in de mond. Dat is niet overal zo. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld niet. Daar geeft hij hout in de mond. Vreemde jongens, die West-Vlamingen. Bij de slager handgesneden gandaham bestellen, moet een ware foltering voor ze zijn. En het woord ‘muggengeheugen’ uitspreken is voor een Bruggeling al even onmogelijk als het tekenen van een vierkante cirkel.
Ik hou overigens erg van spreekwoorden en zegswijzen. Ze zeggen vaak in één zin waar je anders vaak ingewikkelde verhalen voor nodig hebt. En ze bestaan natuurlijk in alle talen. Alleen moet je ervoor opletten om niet alles letterlijk te vertalen. Dan krijg je uitspraken à la Louis van Gaal in de trant van ‘Det’s udder koek’. Voor mijn cursisten heb ik onlangs een Duitse versie op papier gezet van vaak gebruikte spreuken. Tegen mensen die anderen gebreken verwijten die ze zelf duidelijk ook vertonen, wordt wel eens snerend gezegd: “De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.” In het Duits klinkt dat anders: ‘Ein Esel schimpft den anderen Langohr’, zeggen ze daar. (De ene ezel scheldt de nadere uit voor langoor.)
Maar hoe kom ik er in deze romantische kersttijd bij om het over schelden te hebben? Alles ademt deze dagen toch wollige eensgezindheid. Radio en tv spoelen de ene na de andere stroperige Christmas carol over ons heen. Héél af en toe is er eens een mooi lied bij. Meestal een heel oud. Maar we horen ons nu eenmaal onder te dompelen in die gedwongen sfeer van absoluut verplichte gezelligheid. Anders voeg je je demonstratief bij het heir van de onverbeterlijke zuurpruimen.
Of ik daar dan bij wil horen? Nee hoor. Ik dacht van niet. Maar met die verplichte gezelligheid – zoals met veel andere opgelegde gedragsregels – heb ik het toch wel eens moeilijk.
Om even terug te komen op die gouden morgenstond, wist je hoe ze in het Duits duidelijk maken dat vroeg opstaan zo zijn voordelen heeft? ‘Der frühe Vogel fängt den Wurm.’ (De vroege vogel vangt de worm.) Dat heb ik eergisteren vernomen van mijn goede kennis Michael. Danke schön, Michael. Und frohe Weihnachten.
Chel DRIESEN