Ik kom hem tegen in de doe-het-zelf-maar-had-ik-het-toch-maar-aan-een-vakman-overgelaten-speciaalzaak. Bij de kassa sta ik te klungelen met een uitschuifbare borstelsteel en een zak sneldrogend cement en word joviaal op de schouder getikt.
“Hey, Tante Claus, hoe is het?”
Mijn hersens scannen razendsnel door databanken. School? Hij lijkt me iets jonger dan ik. Een kennis van een kennis? Ex-collega?
“Ja, goed. En met jou?”
Ik probeer nog steeds de zak cement en de telescopische steel te bedwingen tot ik aan de beurt ben. Inmiddels draait mijn grijze massa op volle toeren. Misschien lost hij net iets meer informatie.
“Ja, ja, ça va. En met de familie ook alles goed?”
Mijn ontwijkende vraag wordt keihard terug gekatapulteerd. Ok, familie, ik kan al een paar denkpistes afsluiten. Maar dan nog blijft het bord met “Wie-is-het?” gezichten te vol om er al een naam op te plakken. Ik moet verder deduceren.
“Ja, alles ok. Ben je ook aan het klussen?”
Hij steekt een heel verhaal af over de bouw en hoe het vordert. Ik leer dat hij hertrouwd is en de kinderen week om week heeft, dat dat niet simpel is, zo’n nieuw samengesteld gezin. Al die tijd glimlach en knik ik schaapachtig terwijl mijn brein het al heeft opgegeven. Ik heb geen flauw idee wie deze man is. Inmiddels mag ik de zak op de band droppen. Mijn arm voelt als lood. Ondertussen vraagt hij nog naar mijn kinderen, mijn broers, neven en nichten. Hij kent de hele familie en weet precies wie waar woont en wat ze tegenwoordig doen. Nog steeds valt de frank niet. Als ik heb afgerekend, wens ik hem het allerbeste en succes met de bouw. De rest van de dag zit het me dwars. Vooral omdat ik nu zijn halve levensverhaal heb meegekregen, maar niet het lef had om gewoon te vragen hoe hij ook weer heet. Dat is onbeleefd. Dat doe je niet. Het voelt heel bezwarend. Maar misschien moest het taboe maar eens doorbroken worden. Nu heb ik tien minuten dom staan glimlachen en iemand het idee gegeven dat hij nog actief in mijn geheugen aanwezig was. Voor straf zit ik nu al een paar dagen te dubben maar vooralsnog is hij in een diepe plooi van mijn geheugen gevallen. Met godweet hoeveel anderen…
Om mezelf en u een gênant gesprek te besparen, mag ik vragen hoe u ook alweer heet? Om me even op weg te helpen? Niet uit onbeleefdheid of desinteresse, integendeel. En mocht ik u al te familiair aanspreken en u heeft geen idee wie ik ben, vraag het dan ook gerust. Ik beloof om niet beledigd te zijn.
Voor wie graag 101 columns, liedjes en korte verhalen van Claudia leest, wij mogen haar recentste boek (De klare kijk van Tante Claus) weggeven aan hij of zij die als eerste mailt naar redactieinternetgazet.eu met de melding 'Klare Kijk poging 2' UPDATE Helaas, het boek heeft een eigenaar gevonden. Volgende keer opnieuw proberen!Claudia Nieuwenhuizen