Ik doe niet echt aan sport, maar ik worstel wel vaak. Met mezelf dan. En meestal verlies ik. Van al mijn slechte eigenschappen is knopen doorhakken misschien wel de vervelendste. Ik kan niet kiezen. Als we vakantieplannen maken, kom ik met een voorstel. Berlijn! Ja! Of nee, wat denk je van Madrid? Of de Waddeneilanden? Oh, er zijn nog zoveel plekken waar ik naartoe wil. Kiezen is verliezen. Je kan maar op een plaats tegelijk zijn.
Pasta of Mexicaans? Deze trui of toch dat jasje? Wel of niet of toch maar wel, niet? In mijn hoofd rollen de gedachten over elkaar als twee ingeoliede sumoworstelaars. De pro’s en contra’s botsen en klotsen tegen elkaar. Bij eenvoudige dagdagelijkse beslissingen gaat het nog. Maar als ze wat groter worden, gaat de strijd nachtenlang door en ben ik de puntentelling allang kwijt.
Zo stond ik laatst voor een pittig dilemma en ik kwam er weer eens niet uit. Ik schreef ze op, alle voor- en nadelen. De ja-maars en wat-als. Ik vroeg raad maar dat leverde alleen maar chaos op. Nog meer worstelaars in de ring.
Mijn man had een briljant idee. “Gooi een muntje op!” Nou ja, zo briljant leek dat plan in eerste instantie niet. “Nee, wacht,” zei hij. “Het gaat ook niet om het resultaat. Of je nu kop of munt gooit, maakt niet uit. Maar hoe voel je je bij de uitkomst? Opgelucht? Of baal je? Dan beslis je gewoon het tegenovergestelde. Klaar.”
Heerlijk eenduidige mannenlogica. Hoe handig is dat! Het hielp wel. Ik koos. Of het de juiste keuze was? Wie zal het zeggen. Als je het ene pad kiest, zal je nooit weten of het andere lekkerder had gelopen. Kiezen is verliezen, maar wie ter plaatse blijft trappelen, komt helemaal nergens.
Claudia Nieuwenhuizen