Alfred Habets was geoloog en mijnbouwkundige eind 19de eeuw en leefde van 1839 tot 1908. Hij was hoogleraar aan de Universiteit Luik en auteur van verschillende boeken en studies over geologie en mijnbouw. Zijn expertise over de Limburgse ondergrond (in België en Nederland) ligt aan de basis van de steenkoolontginng in onze provincie. 'Cours d'exploitation des mines' uit 1902 en 'La géologie & la reconnaissance du terrain houiller du nord de la Belgique' uit 1904 zijn twee van zijn bekendste werken.
In het Nederlandse Zuid-Limburg waren in de negentiende eeuw alleen de Feldbiss en de Benzenraderbreuk bekend die duidelijk zichtbaar zijn aan het oppervlakte. Boringen naar steenkool lieten laterale sprongen in de ondergrond zien, die tot 1900 nog als glooiingen werden geïnterpreteerd. De Belgische geoloog Henri Forir publiceerde samen met Max Lohest en Alfred Habets in 1903 een geologische kaart van Zuid-Limburg waar hij dagzomende breuken in het aangrenzende Duitsland naar het noordwesten doortrok.
Op 20 maart 1902 is er een artikel in de 'De Eendracht' waarover geschreven wordt over de toekomst van Limburg met als
titel ''t Zwart diamant in Limburg'."Het aardrijkskundig genootschap van Luik hield Zondag, een vergadering, om de ontdekking van het zwarte diamant in Limburg te bespreken. De mededeelingen, die werden gedaan door verscheidene geleerden, zijn van het hoogste belang voor de toekomst van het land. Het oordel der Luiker aardkundigen is, dat in het noorden van België een steenkolenkom bestaat, die de aansluiting daarstelt van de beruchte koolstreek in Yorkshire in England met de kom van Westfalen.
Meneer Habets betoont dat de ontginning der koolmijnen in Limburg veel minder moeite zal vergen dan deze van Westphalen".
De eerste boringen in onze streek maken veel euforie los. Eén van de vele Limburgse mijnen wordt gebouwd in Koersel nadat proefboringen in de streek rond Beringen positief zijn. Op 23 maart 1907 word te Luik bij notaris Aerts de
Société des Charbonnages de Beeringen opgericht met een kapitaal van 25.000.000 fr. De raad van beheer van de nieuwe ontginningsmaatschappij telde zeventien leden. Alfred Habets werd voorzitter, Camille Cavallier werd ondervoorzitter en Jean Jadot werd benoemd als tweede ondervoorzitter. Alfred Habets overleed echter al op 18 februari 1908 en werd als voorzitter vervangen door Cavallier en zijn broer Paul Habets. In Genk is er de
Paul Habetslaan en in Beringen is de
Alfred Habetslaan.