Vandaag houden we halt in Koersel in de
Maria Jacobs- Colemontstraat. Het is één van de meest recente straatnamen genoemd naar een persoon. Enkele jaren geleden werd in Vlaanderen een oproep gedaan naar steden en gemeenten om meer straatnamen te noemen naar vrouwen want die waren flink ondervertegenwoordigd in het straatbeeld. Ook in Beringen was en is dat het geval.
Maria Colemont werd geboren te Stevoort op 27 november 1921 en overleed in Beringen op 11 februari 1995. Ze was gehuwd met Albert Jacobs en moeder van vier kinderen. Tekenend voor de jaren ‘60 was dat gehuwde vrouwen gekend waren onder de familienaam van hun echtgenoot. Zo werd Maria Colemont tegen wil en dank Maria Jacobs ofwel madammeke Jacobs.
Dat er sinds 2019 iets meer dan 37 procent van de gemeenteraadsleden in Limburg vrouwen zijn, is mede te danken aan enkele krachtige vrouwen, pioniers die de strijd voor emancipatie van de vrouw aangingen toen dat niet vanzelfsprekend was. Maria Colemont was zo’n pionier. Ze zetelde als
eerste vrouw in de gemeenteraad en het schepencollege van Beringen. En dat deed zij 24 jaar lang. Dat doe je niet zonder een missie, engagement, volharding en begeesterend enthousiasme.
Maria was lid van het nationaal bestuur van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen (nu Gezinsbond), vereniging die o.a. het kwaliteitslabel Quality Control in het leven riep. In dit kader was ze initiatiefnemer van de eerste Verbruikersclub in Vlaanderen. Het was een forum om maatschappelijke problemen te bespreken (bvb. gebruik van pesticiden, energieverbruik, opvoeding van de kinderen enz…) en producten te onderzoeken op hun gebruiksgemak en kwaliteit (bvb. kwik in de vis, kleurstoffen in de limonade, kinderzitjes enz…).
Tijdens de maandelijkse vergaderingen in de Hoogstraat werden Beringse vrouwen bewuste consumenten. Maria was ook stichtend lid/secretaris van het CMBV Beringen (Christelijke Middenstands- en Burgervrouwen) en zetelde in het Provinciaal Bestuur en de Algemene Vergadering van het CMBV (het huidige Markant). Een ideale plaats om op nationaal niveau actie te voeren voor vrouwenrechten (bvb. loonkloof, positie van de vrouw in de wetgeving enz…). Het feministisch verhaal van Maria Jacobs schrijf je niet in de verleden tijd, maar in de onvoltooid verleden tijd: emancipatie is nog altijd aan de orde.
Naast haar werk voor de emancipatie van de vrouw zette zij zich in voor het gemeenschapsleven en de uitstraling van Beringen. Als geen ander kon zij geëngageerde mensen en diensten samenbrengen rond een gemeenschappelijk doel. Nieuwe ideeën kregen concrete vorm in de eerste toeristische dienst van Beringen. Zo werd de eerste steen van het Mijnmuseum gelegd en vierde men 750 jaar Beringen. Samen met de Verenigde Handelaars werden de Midzomerdagen georganiseerd. Haar verbindende werk met de Heemkundige Kring en VZW Folklore, mondde uit in de organisatie en de coördinatie van de Bruegelstoet. 5 x Beringen was het resultaat van een professionele samenwerking met de sportdienst. Welke recreatieve fietser heeft Beringen en omstreken nog niet verkend via de Drieprovinciënroute? En heb jij al geproefd van de Beringse Borrel; een echt streekproduct naar een geheim recept van Maria Jacobs? Het recept van het Berings Beerke is ondertussen - samen met bakker Volders - verborgen in de plooien van de geschiedenis.
Ongeacht rang of stand, iedereen kreeg een warm welkom bij haar thuis in de Hoogstraat. Velen herinneren zich de volle keuken op de woensdagvoormiddag, marktdag. Kleine persoonlijke en grotere maatschappelijk problemen lagen broederlijk (of vriendschappelijk) naast taart en koffie op de keukentafel. Het Davidsfonds, de Verbruikersclubs, De Bond van Grote en Jonge Gezinnen, de Missiekring e.a. waren allemaal welkom om te vergaderen in de grote keuken ten huize Jacobs. Vele jonge plaatselijke kunstenaars waren hier kind aan huis (Ludo Laagland, Staf Beerten, Jan en Lisette Hoogsteyns, Frans Van Immerseel, Louis Verbeeck, …).
Tussen de tentoonstellingen door kwamen zij zich opwarmen bij een babbel en een kom soep. Deze contacten met jonge, kritische kunstenaars waren een vruchtbare voedingsbodem voor haar creativiteit en nieuwe ideeën. Dankbaar zijn ook de kinderen van de ramp van Tessenderlo, waarvoor zij, als jonge vrouw, spontaan opvang organiseerde. De Kleine Zusters van Jesus in Heusden, Akindo in Lommel, de Beringse missionarissen en vele anderen konden altijd op haar praktische hulp rekenen. Haar inzet in de emancipatiebeweging, haar relativerende humor en haar talent om mensen en verenigingen van Beringen te verbinden - over partijgrenzen heen -, mogen niet vergeten worden.
(Hans Put- foto Gust Ischen)