In onze reeks
Boeiende Beringenaren zijn we vandaag te gast bij Leon Wouters.
Leon Wouters werd geboren op 26 oktober 1933.
Zijn vader heette Alfons Wouters en leefde van 24 januari 1905 tot 11 november 1977. Zijn moeder Eugenie Coenen leefde van 01 augustus 1907 tot 04 april 1971.
Als zelfstandigen baatten zij een winkel uit met
Singer naaimachines, vandaar dat Leon in Beringen beter bekend is als Leon van de Singer.
Het ouderlijk huis was gelegen aan de Lummense weg te Beringen in het gehucht Terhulzen.
Leon werd als vierde kind geboren. Roza, Lucien en Maria gingen hem vooraf en na hem volgden nog George, Iréne, Rita en Willy. Ze groeiden op in een fijn gezin, wel zonder inspraak: wat hun ouders zegden, was de wet en tegenspraak werd niet geduld. Waren ze wel eens stout geweest, dan werden ze gestraft en dat was meestal niet van de poes. De ergste straf was 15 minuten lang op de knieën zitten met twee bakstenen boven het hoofd of zonder eten naar bed.
Wat op tafel kwam, moest worden opgegeten, zo niet was het honger lijden. Ze werden thuis vroom opgevoed, vertelde Leon. Zijn ouders waren zeer katholiek ingesteld en dat was dus voor de kinderen niet anders.
In de oorlogsjaren was het knokken om te overleven. De commerce was stil gevallen waardoor er ook geen inkomsten meer waren. De grootste bekommernissen waren:
voeding, kleding en verwarming in de wintermaanden. Om hieraan te verhelpen hadden Leons ouders een noodbedrijfje opgericht waarin het ganse gezin zijn verantwoordelijkheid had.
Van op jonge leeftijd was kinderarbeid na de schooluren en op de verlofdagen heel normaal, van vakantie nemen was toen geen sprake.
Voor hun voeding hadden ze een moestuin, een koren- en patattenveld, schapen, geiten, konijnen en 2 varkens per jaar om vet te mesten, kortom er was dus geen gebrek aan eten. Hun moeder bakte elke week een 12- tal broden. Om de bakoven op baktemperatuur te brengen gebruikten ze hout uit de omliggende bossen.
Alleen als het kermis was, werd er vlaai gebakken. Ook hadden ze een fruitboomgaard met appel-, peren- en pruimenbomen en er stonden ook aardbeien, fruit genoeg dus voor het ganse gezin. Een waterput van een 5- tal meter diep zorgde voor het nodige drinkbaar water.
Voor hun kleding spinde hun grootmoeder garen van de schapenwol en daarvan breide ze kleren.
Een Leuvense stoof zorgde voor de verwarming. Om die te doen branden verzamelden de gezinsleden hout, steengruis ( slam ) uit de beken en steenkool gingen ze rapen op de terrils te Beringen-Mijn.
Zo was ieder gezin op het platteland een klein bedrijfje op zichzelf om te overleven en toch waren ze tevreden en gelukkig.
Ook over de toiletten en de wasbeurten in Leons leven moet even iets gezegd worden. De WC werd het huske genoemd. Het was een kleine ruimte waarin op zithoogte een plank lag, in de volksmond de schijtplank genoemd, met een opening in van 20 cm. Daaronder bevond zich de beerput die ieder jaar geledigd moest worden. De inhoud ervan werd dan over de velden verspreid als meststof.
De
dagelijkse wasbeurten gebeurden in een kleine wasplaats zonder verwarming met water uit de waterput. De grote wasbeurt op zaterdag vond plaats in een bassin, een zinken kuip gevuld met water dat eerst verwarmd werd door de wasmachine. Het begon met de jongste gevolgd door de anderen en dat allemaal in hetzelfde water.
Moeder was een superbezig mens: zij was zakenvrouw, zij deed de was en de plas, zorgde voor haar kroost waarvoor niets haar te veel was, kortom zij leefde voor haar gezin.
Vader was zaakvoerder van zijn Singer- naaimachinebedrijf en zorgde zo voor de nodige centjes.
Zijn eerste onderwijs als kleuter kreeg Leon in de St.- Lutgardschool in Beringen bij juf Marie-Jeanne. Daarna ging hij naar de jongensschool op de Koerselsesteenweg tot zijn 14e. In al die jaren was die verplaatsing naar school te voet, ruim 2 km ver en in de eerste jaren zelfs nog wel op klompen. Vanaf zijn 14 jaar trok Leon naar de vakschool in Beringen waar hij gedurende 1 jaar lessen volgde over elektriciteit en mechanica. Van zijn 15e tot zijn 19e jaar trok hij daarna elke dag met de fiets naar de vakschool in Tessenderlo om
lessen te volgen in radio- en televisietechniek. I
n 1951 kon hij met fierheid zijn diploma thuis afgeven.
Tijdens Leons kinderjaren bestond zijn ontspanning vooral uit: zwemmen in de beek ( in zijn blootje ) of in het kanaal, reisduiven en parkieten kweken, vissen in de beek of in het kanaal, met een katapult op mussen schieten, schaatsen op dichtgevroren waterplassen, voetballen op straat of in een weide, met de knikkers spelen, potstampen en ravotten met zijn vele vriendjes, Nieuwjaar en Driekoningen gaan zingen, ‘s zondags bij Charel van Vic ( toen smid in Beringen) kegels gaan recht zetten op de kegelbaan in de Lievevrouwstraat waarvoor hij als beloning één BF. kreeg, naar Beringen kermis gaan of eens naar de cinema bij Prospère in de Cinema Lux om zijn spaarcentjes te spenderen.
Legerdienst heeft Leon niet hoeven te doen. Er bestond in die tijd nog de regel dat in huisgezinnen met 4 jongens er eentje vrijgesteld was, normaal de oudste ( Lucien), maar die stond zijn recht af en zo was Leon de geluksvogel, want hij ging niet graag in ’t leger.
Zijn werkloopbaan begon Leon gedurende
1 jaar bij Philips in Leuven. Hij reisde met bus en trein om er radio’s te herstellen tegen 4000 BF bruto per maand. Nadien werkte hij gedurende 3 jaar in de Koolmijn van Beringen als elektricien tegen 5000 BF bruto per maand, daarna stapte hij met zijn broer Georges in de zaak van zijn vader als elektricien en radiobouwer.
Op 13 juni 1959 huwde
Leon met Mariette Houbrechts en zijn huwelijk werd gezegend met drie kinderen, 2 dochters en 1 zoon. In dat jaar begon hij ook met een eigen zaak waar hij samen met zijn vrouw Mariette hoofdzakelijk TV’s en radio’s verkocht, later kwamen daar nog zonnetoestellen bij .
Buiten zijn werk was Leon een bezige bij in allerlei verenigingen in Beringen waaronder het carnavalgebeuren. Hierop komen we volgende zaterdag terug in deel 2 op de Internetgazet.
Leon is ondertussen 82 jaar, maar is nog steeds actief bezig. Hij gaat o.a. wandelen, fietsen en kaarten, doet aan tuinieren en is ook samen met zijn vrouw Mariette bij Ziekenzorg .
Wij wensen Leon en Mariette nog vele jaren in goede gezondheid en willen hen nog bedanken voor de fijne ontvangst bij hen thuis en voor het interview.
T
Tekst: Jos Neys (Marie-Claire Nickmans)
Samengesteld na een thuisinterview en met gegevens uit een
familieboek dat Leon in de loop der jaren eigenhandig heeft
geschreven.