Rik Liesenborgs (91) is sinds 31 december 2019 officieel met pensioen. Vandaag neemt hij definitief afscheid van zijn klanten. De deur aan de Koolmijnlaan in Beringen-centrum gaat op slot en de schaar en tondeuse mogen aan de haak. Na een
carrière van meer dan 70 jaar is het tijd om te stoppen. Rik is hiermee de oudste kapper van Limburg en misschien wel van België. Hij blaakt van gezondheid, zijn geheugen is nog bijzonder scherp en hij vertelt graag over zijn passie: het kappersvak.
"Het is tijd om te stoppen, ik heb het vak altijd graag gedaan. Ik heb altijd goed contact gehad met de klanten. Er zijn er bij die hier al zestig jaar over de vloer kwamen. Ik heb hard gewerkt, dus iedereen geeft me gelijk dat ik stop. Vroeger werkte ik van 8u 's morgens tot 8u 's avonds, en vaak kwam daar nog een uurtje bij. Maandag was altijd een vrije dag maar ik heb lang ook nog op zondagvoormiddag gewerkt. Baarden scheren was dat, 30 of meer baarden op een voormiddag. De mensen zaten dan hier gezellig samen te wachten en te kaarten. Of een pintje te drinken want in het begin hadden we ook nog café", zegt Rik.
Rik begint op 20 april 1945 als kapper bij het salon van René Aerts en Madeleine Verhaegen in Tessenderlo. De oorlog is bijna ten einde. Hij werkt er drie jaar.
"Ik verdiende toen goed geld. Ik kreeg veel drinkgeld van de Engelsen die toen in Tessenderlo lagen. Er was toen daar een groot depot van de Engelse soldaten. Die kwamen naar de kapper en die kenden de waarde van het geld niet. Ik had zoveel drinkgeld dat ik na drie maanden al een nieuwe fiets kon kopen", lacht Rik.
Rik groeide als kind op in Kwaadmechelen maar zijn ouders verhuisden in 1940 naar Beringen toen pa in de mijn van Beringen kwam werken. Op 20 mei 1949 gaat Rik aan de slag bij een kapper Felix Caerts in Beringen.
"Ik dacht eerst mijn eigen zaak te beginnen naast het huis van mijn ouders. Ik had daar al een lokaal gehuurd maar ze zochten bij Caerts een volle gast. Ik ben daar begonnen en nooit meer weggeraakt", lacht Rik.
Hij wordt er
verliefd op de dochter Lucia en blijft er letterlijk en figuurlijk plakken. De kapper wordt zijn schoonvader en in 1952 neemt hij de zaak helemaal over: kapperszaak en café. Rik werkt hard, heel hard en dat voelt hij op een bepaald moment aan zijn hart. Zijn huisdokter geeft hem het advies om te stoppen met het café en alleen nog de kapperszaak te doen. En zo geschiedde. De toog staat nog in de zaak als stille getuige van die tijd.
Tijdens zijn lange carrière heeft hij veel klanten over de vloer gekregen, klanten die vrienden werden.
Een kapsalon was vroeger ook de gazet van het dorp.
"Zeker, maar je moest
horen, zien en zwijgen. Hier werd veel verteld maar ik vertelde nooit iets verder. Dat was voor mij heilig. Goed geluisterd maar altijd schoon gezwegen", zegt Rik.
Vandaag zijn barbiers terug hip maar ook Rik was gekend als een goede kapper-barbier.
"Ik kon heel goed scheren. Ik kon mijn scheermessen goed zetten. De fijne kneepjes van het vak heb ik geleerd tijdens mijn legerdienst die ik mocht doen als kapper in het militair hospitaal van Brussel. Dat jobke had ik te danken aan majoor De Gendt. Hij woonde in Kwaadmechelen en kwam als klant in het salon in Tessenderlo", zegt Rik.
Rik heeft van 1945 tot nu heel veel trends zien passeren. Hij heeft altijd de trends op de voet gevolgd, en lessen gevolgd om de kneepjes van het vak te onderhouden. De huidige kapsels vind hij ietsje minder.
"Te kort en te kaal opgeschoren. De kapsels van de jaren vijftig en zestig was toch wel heel mooi. Een man was toen nog een echte gentlemen", mijmert Rik.
Het licht aan de vensters van het kapsalon gaat vandaag definitief uit. Maar stilzitten gaat Rik niet doen.
"Ik ga mijn vrouw wat meer helpen in het huishouden, verder wat wandelen, kleine boodschappen doen en in mijn tuintje werken. In mijn zetel zitten zal niet gebeuren, dat kan ik niet.
Rust roest hé", besluit Rik.