Onlangs was ik met mijn toerbeiaard te gast in de tv-quiz “Switch”. Dat doen er me niet veel na: met hun klokkenspel op tv komen! Presentatrice Fien Germijns mocht ook even op mijn klokkenspel kruipen. Dat vond ze wel leuk en ik vond het ook best sympathiek, maar vermits dit programma vroeg op de avond op de buis komt, werd dit niet geschikt bevonden voor de uitzending. Eerst maar eens leren om op de klokken te spelen, Fien!
Tot daar de dubbelzinnigheid! Op tv komen is een beetje confronterend. Omdat ik dit al in de gaten had, heb ik zelf pas anderhalve dag later naar de uitzending gekeken. Ik wilde eerst de reacties afwachten. Die waren vrij positief, dus dan heb ik het er toch maar op gewaagd. Je kan ook nog altijd wegkijken mocht het tegenvallen…
Wat me meteen opviel: tv slankt af! In mijn geval is dat niet echt bevorderlijk. Ik zag daar zo’n panlat de studio binnenspringen en daarna overbrugde die stijve hark op blijkbaar moeizame wijze de paar meters naar de presentatrice. Ik leek wel honderd jaar oud! In mijn hoofd ben ik nog altijd 24, maar dankzij deze confrontatie ben ik alvast die illusie armer. Verder vond ik wel dat ik een mooi hemdje aanhad en binnenkomen op kousenvoeten bleek een schot in de roos te zijn…
Wat ik tegen Fien vertelde, zat inhoudelijk goed, maar ik was wel vergeten om mijn radiostem op te zetten. Die klinkt wat lager en warmer, maar goed: daar kon ik mee leven. En het belangrijkste: de klokken klonken thuis in de huiskamer heel mooi. Dus, al bij al ben ik er tevreden mee. Morgen, overmorgen, volgende week… is er weer een nieuwe Switch en dan is mijn passage hier alweer lang vergeten.
Maar nu was ik toch even een BV en daar genoot ik wel van. Twee dagen later speelde ik met de toerbeiaard in Grimbergen en werd herkend. Sommige mensen spraken me aan; anderen mompelden stiekem iets. Onprettig is dat niet, maar ik ben ook blij dat het weer voorbijgaat. Stel je eens in de plaats van Fien: je kan nooit en nergens meer komen zonder dat gefezel achter je rug.
Ondertussen ben ik aan mezelf beginnen werken. Dat ik eruitzie als een streep, daar kan ik niets aan doen en ik zit daar verder ook niet mee, maar ik wil wel wat beweeglijker overkomen. Dus ik ben nu soepelere stapjes en looppassen aan het uitproberen. Ik waggel met mijn heup van links naar rechts, draai met mijn schouders, zwaai met mijn armen of shot met mijn benen en durf ook al eens te verrassen met korte, plotse bewegingen. Kortom: meer vitaliteit in mijn voorkomen, maar ik ben wat dat betreft nog zoekende. In de testfase dus.
Misschien ziet het er wat raar uit als u mij over straat ziet lopen, maar weet dan: ah ja, dat komt daardoor.
Jan Verheyen