Woorden van Jef
Het kerkhof zag grijs en zwart van rouwende kauwen en grauwe mussen. Zoals nog vele andere rare vogels waren ze massaal present op de begrafenis van Miel de Wielewaal, die schielijk overleden was aan vogelgriep. Een stel kraaien droeg de lijkkist als volleerde lijkendragers. Gustaaf de Raaf in gaaf ornaat trad op als lijkbidder van dienst. "Waar zijn Maurits de Groenvink en Georges de Geelgors," vroeg de blauwe ooievaar op haar stiletto's zich luidop af. "Onze rangen dunnen uit," floot een verwarde Lijster zachtjes in het oor van de ooievaar. Ook de koekoek die in Lijsters nest verbleef gaf forfait vandaag. Een koppel vrijende tortelduiven viel uit de lucht bij het zien van zoveel volk onder hun boom. Ze vielen pardoes op Wielewaal zijn kist. Bekky de ekster maakte van haar tak tegen zoveel onbeschoftheid op de ter aardebestelling van haar boezemvriend. Ze kwetterde kakofonische schampsneren die pijn deden aan de oren, tot het koppel weer onder de zwarte schaduwdeken van hun boom verdween. "Ik mis Rosette het Roodborstje," zuchtte Gus de huismus die al jaren vrijgezel was. Toen de kraaien de kist ter aarde lieten sprak Stijn het Konijn die zich voor de gelegenheid verkleed had als pastoor: "Miel de Wielewaal is niet meer," sprak hij met bevende stem. "Van een groot muzikant nemen we afscheid vandaag. Laten we zijn gezangen koesteren in onze herinnering. Weet dat wij allen tot stof zullen wederkeren. Daarom, beste vrienden, toon uw mooiste veren en laat uw mooiste melodie weerklinken, tot meerdere eer en glorie van moeder aarde die wij allen zo lief hebben." Amen.
Nieuwere berichten in
'Woorden van Jef'Oudere berichten in
'Woorden van Jef'