Ik heb nogal eens de neiging om een pluimpje te geven aan vrouwen, over hun kapsel, hun nieuwe jas of hun fleurig bloesje. Zonder vleierij of bijbedoelingen hoor, ik zeg gewoon wat ik zie. Ik heb nu eenmaal een oog voor schoonheid. Ik merk dan dat ze dat wel appreciëren, - soms blozen ze - maar tegelijk wuiven ze het weg met "oh ik heb dat al een jaar," of "'t komt maar uit de solden hoor".
Mijn oude buurvrouw van 86 gaat daar nog veel verder in. Laatst zei ik iets lovends over haar mooie mantelpakje, en antwoordde ze: "Dat is minstens veertig jaar oud." Zij kaatst ook vaak de bal terug en zwaait mij alle lof toe. En dan antwoord ik, net als zij, dat het maar mijn alledaagse kleren zijn.
Er is duidelijk een onhandigheid gemoeid met hoe om te gaan met complimenten. Wij, Belgen, zijn een bescheiden volkje en voelen ons onwennig bij lofuitingen of eerbetoon. De zuiderse volkeren kunnen daar beter mee om. 'Complimenti' mogen zonder meer geuit en ontvangen worden.
Wij moffelen ze weg in de mouw ...van die alledaagse jas. We hebben er zelfs een speciale dag voor nodig: complimentendag. Erg toch?
Jef LINGIER