Donderdag 12 september 2019
Woorden van Jef
Ik ben van eenvoudige komaf. Mijn ene opa was arbeider in een drukkerij. Mijn andere opa reed met een stootkar door Oostende om reclame-affiches aan te plakken. Mijn vader werkte eerst als letterzetter in een drukkerij, maar het grootste deel van zijn actieve loopbaan was hij treinbegeleider bij de NMBS. Toen heette dat nog chef garde. Die mannen hadden twee gouden bandjes op hun kepie, een garde maar één. Hij werkte met wisselende uren. Als mijn pa de 'vroege' had moest hij soms al om 3u30 opstaan, om dan met zijn fiets (zonder versnellingen nota bene), tegen de zeewind in, naar de statie te rijden. Als hij de 'late' had kwam hij soms 's nachts pas om 1 uur thuis. Die wisseling van posten woog zwaar op hem. Ik herinner me dat hij dikwijls een middagdutje in de zetel deed. Dan moesten we stil zijn. Ik hoorde hem snurken en rook zijn zweetvoeten die geurden naar erwtensoep. We waren met vijf kinderen thuis die allemaal mochten studeren. Dit kon niet alleen dankzij de studiebeurzen, maar ook door heel spaarzaam te leven. Een ganse banaan of een hele sinaasappel kregen we niet, elk een halfje. Vier coteletten werden versneden in zeven parten. We gingen nooit op café of op restaurant. Vakanties konden we ons niet veroorloven. Op kamp gaan met de Chiro, dat wel. Eén keer per jaar gingen we ook voor een paar dagen op bezoek naar psychiatrische instellingen van de Broeders van Liefde, waar mijn twee nonkels verpleegbroeder waren. We konden daar lekker schransen want die broeders hadden dan wel een gelofte van eeuwige armoede afgelegd, eten was er rijkelijk veel. Mijn vader deed thuis ook bijna alles zelf. Zo was hij eens de ramen aan het verven toen hij met een bedrukt gezicht bij mijn moeder binnenkwam met een lege verfpot. Mijn moeder zei dat er geen geld was om een nieuwe pot te kopen. Ik geloof dat ze toen onze spaarpotjes hebben aangesproken en het geld er achteraf weer hebben ingestoken. Mijn vader kon ook niet tegen onrecht. Hij kon zich geweldig opwinden in de politiek. Hij vertelde me ooit dat hij als delegee op de drukkerij tijdens een staking voor opslag op het kantoor van de baas was ontboden. De baas vroeg hem wanneer het ooit ging stoppen met die vraag naar opslag. "Nooit!" zei mijn vader. De baas keek hem verstomd aan. "Wij willen ook naar Palma de Majorca kunnen gaan gelijk gij," was zijn antwoord. Mijn vader las ook veel, vooral kranten en tijdschriften die reizigers op de trein hadden achtergelaten. Hij sprak vloeiend vier talen: Nederlands, Frans, Engels en Duits. Hoewel hij maar tot zijn veertiende naar school was geweest. Ik weet waar ik vandaan kom. En ik ben er trots op.
Nieuwere berichten in
'Woorden van Jef'Oudere berichten in
'Woorden van Jef'