Ik beken, ooit was ik stapelverliefd op het hulpje van de bakker, een bloedmooi meisje met geaccentueerde welvingen, lang blond krullend haar en een glimlach die mij betoverde. Zij was alleen helper tijdens het weekend . Ik ging dan altijd twee keer naar de bakker, (de Echte Bakker zo heette de bakkerij toen): op zaterdag kocht ik brood en op zondag broodjes. Ik verslikte me in haar schoonheid. Ze sneed niet alleen mijn brood maar ook mij dusdanig de adem af dat ik alleen maar kon stamelen wat mijn bestelling was. Het is nooit iets geworden tussen ons. Mijn liefde was weliswaar oprecht, doch platonisch. Waarschijnlijk wist zij niet eens in welke extreme mate ik verliefd op haar was. De hormonen gierden door mijn lijf.
Ik herinner me dat ik eerder nog eens zoiets aan de hand had. Toen ik met de fiets naar school reed ontmoette ik Maries onderweg. Ik had met haar kennis gemaakt toen ik als Chiroleider van deur tot deur leurde met WC-papier om ons kamp mee te sponsoren. Stel u voor wat een entree. Maries was ver vooruit op haar leeftijd, ik achteruit, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik kreeg al een spannende broek als ik met haar mocht praten en toen ze elke dag van mij afscheid nam en mij een hand gaf, was het kot helemaal te klein. Want zij zat in een meisjesschool en ik op het college. Zij verwachtte duidelijk meer. Ik was er niet klaar voor. Op zekere dag kruiste mijn vader ons toen hij met zijn fiets van zijn werk kwam. 's Avonds mocht ik het komen uitleggen. "Geen meisjes," gebood hij. "Zolang ge moet studeren, geen meisjes, hebt ge mij goed verstaan?" Afgelopen was de fietsvrijage.
Op latere leeftijd heb ik nog eens zoiets meegemaakt. Maar dan nog veel straffer. Twaalf jaar lang was ik gek van liefde voor een vrouw. Alleen onder tafel konden er al eens handtastelijkheden plaats vinden. Maar nooit kon onze liefde open bloeien. Het bleef een pure liefde, desalniettemin gesmoord in eenzaamheid.
En op een vliegtuig geraakte ik ooit echt van mijn melk door een stewardess van Air Qatar. Zo'n schoonheid heb ik later nooit meer ervaren. "Meisjes," zingt Van het Groenewoud., "ze maken ons zo zot, meneer..."
Jef LINGIER