Ik droomde vannacht van mijn vader zaliger. Hij lag in de living op de lange zetel te slapen. Hij was om 3u30 opgestaan om naar zijn werk bij de spoorwegen te gaan. De
ijzeren weg, zei men toen. Hij was treinbegeleider. Toen klonk dat nog als
"chef garde". Die hadden twee strepen op hun kepie. Nu is alles meer vergrijsd en spreekt men gewoon van treinbegeleider.
Toen hij daar zo op de zetel lag met een grol en een ronk, rook ik zijn zweetvoeten. Ze roken naar erwtensoep. Sorry pa, zo was het. In die tijd gingen we maar een keer per week in bad en deden maar een keer per week verse sokken aan.
Mijn vader was altijd ter beschikking van mijn moeder. Hij deed de boodschappen en schilde de patatten. Ook de afwas was voor hem. Mijn moeder lag dan in haar zetel, haar relax, te rusten, met een reclamekrant op haar buik. Dat was haar deken. Ik zag de foto in de krant op en neer gaan. Af en toe hoorde ik een hevige grol, maar meestal was het gelijkmatig.
Mijn vader had eerder een diepe slaap, een slaap van iemand die afgepeigerd was. Hij was altijd ter beschikking. Altijd in de weer voor zijn gezin. Zijn ontsnappingsroute was mijn oudste zus, waar hij bij een cognacje even zichzelf kon zijn en hij een boom kon opzetten met mijn schoonbroer. Hij hield van hem. Het klikte tussen die twee. Na twee cognacs terug naar huis, op het gemak, rustig aan, zoals hij touwens altijd reed.
Eigenlijk kon hij niet echt auto rijden. Mijn moeder porde hem aan met/ "Staf roert nog eens met je pook". Ze had het dan over de versnellingsknuppel. Ze wist blijkbaar intuïtief dat je hiermee naar een hogere versnelling kon. Hij was altijd erg gestresst als hij auto reed, een beetje zoals Guido in Het Eiland. Met de fiets voelde hij zich veel vrijer. Eén keer per maand ging hij fietsen met zijn oud-collega's van de ijzeren weg. Dan fietsten ze naar Mannekesvere, Zevekote en zelfs tot Diksmude. Dan was hij in zijn sas. In die tijd reden ze nog niet met van die koersfietsen, maar met gewone velo's met maximum drie vitessen. Het was een vlucht in de natuur, met zijn maten. Mijn moeder gunde hem dat.
Jef LINGIER