11 juli 1302. Weet je het nog? Te Kortrijk, in de beemden, werd het pleit beslecht. Een Vlaams zootje ongeregeld met bijzonder primitieve wapens wachtte op de Groenigekouter het superieure Franse leger op. Er volgde een bloedige veldslag die – wonder boven wonder – door de underdogs gewonnen werd. Op het slagveld bleven 600 gouden sporen achter van het Franse ridderleger dat meer door arrogantie dan door gebrek aan strijdlust in de pan gehakt werd.
Er zijn – en niet alleen door Hendrik Conscience – ronkende verhalen geschreven en verteld over die heuglijke gebeurtenis. Maar de lezer zal me toestaan daar enkele nuancerende kanttekeningen bij te plaatsen. Zo vochten er Henegouwers mee met de Vlamingen en de Loners, zo noemde men de meesten van onze Limburgse gouwgenoten toen, wilden wel meedoen met de pret, maar zij zijn niet tot op het slagveld geraakt omdat ze onderweg te lang in de kroegen bleven hangen.
Ons volkslied dan: de Vlaamse Leeuw. Wist je dat de melodie gewoon gepikt is van het Duitse Rheinlied
(sie sollen ihn nicht haben, den freien deutschen Rhein), een populair strijdlied van Nikolaus Becker? De regels
‘Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft’ zijn dan weer met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid afkomstig uit het Waalse volksliedje
‘Tos lès-omes vinèt’, dat in 1511 werd opgetekend door de Henegouwse dichter Jean Lemaire de Belges.
Maar dat alles belet ons dus niet om vandaag, 11 juli 2020, in feeststemming te zijn. Voorlopig is dat nog geen betaalde feestdag, maar vandaag is het zaterdag en merken we daar dus niet zoveel van.
Overigens, waarom zouden we geen feest vieren? Het gaat, alle omstandigheden in acht genomen, goed met ons Vlaanderen. Na een aanvankelijk acuut tekort zitten we momenteel met een zodanig overschot aan mondmaskers dat de apotheken niet meer weten waar ze te stockeren en we in noodgevallen onze buurlanden gul kunnen bevoorraden. Vanaf vandaag dragen we er trouwens allemaal een als we een pakje koffie of een pond suiker gaan kopen. Om ze op te krijgen.
Wij zijn met stip het welvarendste gewest van België en ons sociaal vangnet behoort tot de wereldtop. Ons onderwijs is nog steeds meer dan behoorlijk op peil na een hele trimester kluswerk. We hebben de eerste corona-aanval betrekkelijk goed doorstaan, mogen ons verheugen in een premier die waarschijnlijk binnenkort doctoreert in het leggen van verkeerde Nederlandse klemtonen, een Belgische
‘premier van Europa’ die het grappigste Engels spreekt sinds de evolutie begon, de gewichtigste minister van volksgezondheid op aarde en we merken nauwelijks of we wel of niet een volwaardige regering hebben, bijna 14 maanden na de verkiezingen.
Akkoord, er is geen vaccin. En er zijn landen waar we nog steeds niet heen mogen. En andere waar we wel heen, maar niet meer terug uit mogen. Onze autoriteiten weten alleen nog niet welke. Belgische voetbalbonobo’s hebben de zaken zo vakkundig aangepakt dat niemand nog weet hoe het verder moet en of het nog wel verder moet.
Maar een kniesoor die daarom maalt.
Chel DRIESEN