Omstandigheden noopten mij om achter het stuur te kruipen en koers te zetten naar Calais. We moeten de plas over. In Shropshire wacht een nieuwe kleinzoon op onze eerste kennismaking.
Een goed half uur na het vertrek spuwt ‘Le Shuttle’ ons uit in Folkstone. Met enige vertraging weliswaar: er was (waarschijnlijk loos) alarm geweest in een van de wagons.
Via de M 20 en daarna de M 1 wend ik de steven naar het noordwesten. Op de autoradio zingt Chris Rea
‘Driving home for Christmas’. Ik voel me meer
‘driving to a far, far away country after Christmas’.
O wat hadden onze middeleeuwse voorouders gelijk toen ze die Angelen en Saksen dat eiland op gejaagd hebben. Iedere keer als ik er kom verbaas ik me over dat krankzinnige volkje. En dan heb ik het niet alleen over hun kinderachtige superioriteitsgevoel dat hen ertoe gedreven heeft om uit de Europese Unie te stappen. Ook hun verkeer is rijp voor de psychiatrie. Nog tot daaraan toe dat ze links rijden, hun meerbanige rotondes, ovondes en – dit woord verzin ik er voor de duidelijkheid even bij –
mutiplondes maken een ‘continental driver’ absoluut horendol. Bovendien rijden ze als gekken: er bestaan geen hardnekkiger middenvakrijders en aan snelheidsbeperkingen blijkt iedereen een broertje dood te hebben.
En we treffen het niet: het is vrijdagmiddag en na zowat elke ‘junction’ volgt een kilometer- sorry, mijlenlange file voor een nieuwe en tijdrovende extreme beproeving van ons zenuwstelsel. De rit die je normaal makkelijk en ontspannen in een vijftal uren doet, kost ons het dubbele van die tijd.
Oef!
Rushmoor heet de plek waar mijn zoon woont. Het behoort tot de stad Telford. Voor zijn huis wapperen trots een Vlaamse Leeuw en een Spaanse vlag aan een mast. Mijn schoondochter is Spaanse.
Vooral die Vlaamse Leeuw trekt de aandacht van talloze passerende fietsers. Die herkennen ze! Want als ze iets van ons land weten, die Engelsen, dan is het wel dat wij fervente fietsers zijn. Sinds een paar decennia zijn zij dat ook. Fietsen is er nochtans – naar onze normen – levensgevaarlijk: er zijn vrijwel geen fietspaden. Maar de Ronde van Vlaanderen is hier bijvoorbeeld razend populair en een wijd verspreide vereniging van Engelse fietsfanaten noemt zich
‘Here come the Belgians’.
En toch, als ik weer wegga, is mijn slotoverweging:
‘If they want to leave us, let them go.”
Chel DRIESEN